Normal_brief_geld_vijftig

Vanuit het hoger onderwijs is er kritiek op het rapport van de evaluatiecommissie prestatiebekostiging hoger onderwijs (commissie Van de Donk). De Vereniging Hogescholen, de VSNU en de studentenbonden ISO en LSVb, zijn het niet eens met de suggestie van Van de Donk om de studievoorschotmiddelen breder in te zetten dan alleen voor de kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Dit meldt Vereniging Hogescholen.

Deze commissie had de opdracht van de minister van onderwijs het experiment van prestatieafspraken tussen overheid en individuele hogescholen en universiteiten te evalueren. De commissie adviseerde in januari om veel meer uit te gaan van horizontale sturing en verantwoording in plaats van een verticaal systeem van prestatieafspraken en een daarop gebaseerde bekostiging.
 
De bekostigingssystematiek die de commissie-Van de Donk nu voorstelt, verhoudt zich echter niet met de nadruk op een meer horizontale sturing. In het voorstel zouden zowel de huidige prestatiemiddelen (7 procent van de onderwijsbekostiging) als de middelen uit het studievoorschot (oplopend tot 620 miljoen euro) slechts onder voorwaarden aan de hogescholen en universiteiten worden toegekend, na beoordeling en goedkeuring van de instellingsplannen door een nieuw permanent toezichtsorgaan dat alle trekken vertoont van een Hoger Onderwijs Autoriteit die een extra laag in de onderwijsbureaucratie toevoegt. Op termijn zou op deze manier bijna één vierde van de totale onderwijsbekostiging slechts met goedkeuring van deze nieuwe autoriteit mogen worden besteed.
 
Voorzitter van Vereniging Hogescholen Thom De Graaf: " Wij geloven niet dat dit de goede richting is. Uit het eerdere experiment van prestatieafspraken is gebleken dat het onverstandig is om instellingen af te rekenen op studieprestaties en onder curatele te stellen. Het druist ook in tegen de gedachte dat de instellingen juist afspraken moeten maken met de studenten over de besteding van de middelen die vrijkomen door de afschaffing van de basisbeurs. Het gaat immers om hun geld en hun belang." 
 
De Graaf is wel positief over de centrale rol die volgens de commissie is weggelegd voor waardengeoriënteerde instellingsplannen waarin missie en visie van de hogeschool en universiteit zijn vastgelegd na een dialoog met betrokkenen binnen en buiten de instelling. 
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids