Normal_copyright_stockfreeimages_sleutels_kamer_studentenkamer_nieuwe_woning_

De groei van de studentenpopulatie in Nederland wordt vooral in stand gehouden door de toename van het aantal internationale studenten. De komende acht jaar wordt verwacht dat het totaal aantal studenten groeit met 4 procent. Een kwart van deze groei komt voor rekening van internationale studenten. Dit blijkt uit de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2016 die vandaag gepresenteerd wordt tijdens het Landelijke Congres Studentenhuisvesting van Kences in Utrecht. Dat meldt Kences.

De groei van het aantal internationale studenten gaat de komende acht jaar hard, er wordt 19 procent groei verwacht voor studiepuntmobiele (ook wel exchange) studenten en 14 procent voor diplomastudenten. Het grote verschil met reguliere studentenhuisvesting is dat de studentenkamer voor een internationale student beschikbaar moet zijn op de dag van aankomst in Nederland. Verder moet een deel van de kamers gemeubileerd worden aangeboden en kennen deze kamers een zeer hoge mutatiegraad. Nagenoeg alle internationale studenten zijn uitwonend. Een groot deel van deze studenten wordt gehuisvest door corporaties in samenwerking met universiteiten en hogescholen.

Directeur Ardin Mourik: "Deze verwachte groei van het aantal internationale studenten is van grote invloed op onderwijsinstellingen en studentenhuisvesters. Als deze studenten ook na hun studie in Nederland blijven wonen, is dit goed nieuws voor onze kenniseconomie. Studentenhuisvesters hebben al veel ervaring met het huisvesten van internationale studenten, maar we moeten de uitdaging om al deze studenten snel en passend te huisvesten niet onderschatten."

De betaalbaarheid van studentenkamers is vooruit gegaan. Dat komt doordat het gemiddelde studenteninkomen (1.160 euro) sterker is gestegen dan de gemiddelde woonlasten (480 euro). Wel zijn er grote verschillen in woonlasten zowel tussen aanbieders van huisvesting als tussen steden. Particuliere en informele verhuur hebben een bovengemiddelde huurprijs en van de steden heeft Amsterdam de hoogste woonlasten. Gecorrigeerd voor inflatie zijn de woonlasten per woonruimte sinds het collegejaar 2012/2013 gemiddeld met 2,9 procent per jaar gestegen.

Eerder bracht Kences al naar buiten dat het aandeel uitwonenden onder startende bachelorstudenten is gedaald van 28 naar 13 procent. Van de thuiswonende studenten die te maken hebben met het nieuwe leenstelsel, geeft 46 procent aan nog thuis te wonen vanwege het studievoorschot. De invoering van het studievoorschot is dus van grote invloed op het woongedrag van studenten die starten met hun eerste hogeronderwijsopleiding.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids