Logo_logo_inspectie

Het bezoeken van scholen en instellingen voor reguliere inspectiebezoeken is onderbroken, maar sommige toezichtactiviteiten lopen door via contact op afstand. Voor een goed beeld van de actuele staat van het onderwijs verzamelt de Onderwijsinspectie ook informatie over de manier waarop het onderwijs zich aanpast aan de omstandigheden vanwege de uitbraak van het coronavirus. Hoewel er op dit moment nog een beperkt beeld is, alleen vanuit gesprekken met besturen, schoolleiders of hun vertegenwoordigers, deelt de Inspectie de beschikbare informatie. Dit meldt de Inspectie van het Onderwijs.

Deze informatie is afkomstig van een willekeurige en representatieve steekproef van scholen, instellingen en samenwerkingsverbanden in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, middelbaar onderwijs en hoger onderwijs. De gesprekken met deze scholen, instellingen en samenwerkingsverbanden zijn gevoerd in de week van 16-23 april 2020. Inspecteurs hebben de vragen telefonisch gesteld en het antwoord meteen geregistreerd. De beschreven situatie is dus de situatie voordat het basisonderwijs weer voor alle leerlingen de deuren opende op 11 mei 2020.
 

Wat valt tot nu toe op?

Als het gehele onderwijsveld wordt bekeken, dan ziet de Inspectie grote inspanningen. Op korte termijn is er veel tot stand gekomen. Dat leidt ertoe dat het overgrote deel van de leerlingen bereikt wordt met afstandsonderwijs. Het onderwijspersoneel dat zich hiervoor inzet, verdient alle waardering.
Dit laat onverlet, dat het in de eerste periode van afstandsonderwijs slechts in beperkte mate mogelijk was om aan de ‘normale’ maatschappelijke opgaven te voldoen, volgens besturen en management of hun vertegenwoordigers die we tijdens het onderzoek hebben gesproken. Misschien slagen scholen erin om het verlies aan onderwijs later (deels) goed te maken, maar op dit moment is er reden tot zorg.
 
Dit zijn enkele aandachtspunten die worden genoemd:
  • Afstandsonderwijs heeft beperkingen. Het bereik van afstandsonderwijs is weliswaar hoog, maar ook daarbinnen is er verlies aan leertijd.
  • Waar het afstandsonderwijs niet goed lukt, is er vaak een relatie met sociale ongelijkheid. Er is een substantiële groep leerlingen en studenten waarvoor afstandsonderwijs door de thuissituatie moeizaam of in het geheel niet tot stand komt. De vrees is dat de achterstand van deze leerlingen, die vaak al relatief groot was, verder toeneemt. 
  • Duidelijke verwachtingen zijn nodig ten aanzien van de taken van diagnose en hulp bij inlopen van achterstanden. Door de selectie van onderwijsstof, minder onderwijstijd en minder stimulansen vanuit toetsing en examinering wordt er minder geleerd. Deze problemen kunnen in het vervolgonderwijs belanden. 
  • Prioriteiten stellen is noodzakelijk vanwege de hoge druk op leraren. En ook op docenten en studenten in het hoger onderwijs. In sommige scholen en instellingen kunnen zij het gevoel krijgen dat de problematiek op hen wordt afgewenteld. In een volgende fase van de epidemie zou die druk nog groter kunnen worden. 
  • Zoek verder naar vormen van motiverend afstandsonderwijs. Bij leerlingen die niet volledig deelnemen aan het thuisonderwijs, is volgens de scholen in het vo ook sprake van een gebrek aan motivatie als belangrijke belemmerende factor. 
 
 
Door: Nationale Onderwijsgids