
Veel ouders vinden de Nederlandse kinderopvang te duur. Zeker nu de bijna gratis kinderopvang alweer is uitgesteld, groeit de ontevredenheid hierover. Maar hoe duur is de opvang in Nederland eigenlijk als je het vergelijkt met buurlanden als Duitsland en België, of met Engeland, Zweden of Frankrijk? Dit meldt Trouw.
Nederlandse ouders betalen relatief veel aan kinderopvang, daar is geen twijfel over mogelijk. Sommigen betalen maandelijks tot wel duizenden euro’s bruto. Een deel krijgen ze terug via bijvoorbeeld de kinderopvangtoeslag. 96 procent van het maximum uurtarief wordt door de overheid vergoed voor lage inkomenshuishoudens. Voor midden- en hogere inkomens geldt dat ze soms tot 66 procent van het maximum uurtarief dat kinderopvanglocaties vragen uit eigen zak moeten betalen. Opvanglocaties vragen vaak echter meer dan dat tarief, waardoor ouders nóg meer kosten hebben.
Goedkope kinderopvang in Zweden
Uit vergelijkend onderzoek door Trouw blijkt dat de kinderopvang bijna overal beduidend goedkoper is, met name in Scandinavische landen. Gezinnen in Zweden zijn bijvoorbeeld niet meer dan 3 procent van hun inkomen kwijt aan kinderopvang. Maandelijks betalen ze niet meer dan 150 euro voor vijf dagen opvang. Voor lagere inkomens geldt soms zelfs dat ze helemaal niet hoeven bij te dragen. Ook in Duitsland zijn de prijzen voor kinderopvang aantrekkelijker, hoewel het wel enigszins afhangt van waar je woont. Inwoners van Berlijn hoeven helemaal niet voor kinderopvang te betalen, terwijl andere steden een inkomensafhankelijke bijdrage vragen of kinderopvang voor bepaalde leeftijden gratis maken.
Relatief hoge kosten in Engeland
De Fransen hebben de eerste drie jaar kinderopvang gratis gemaakt en in België kan men gebruikmaken van commerciële opvang of inkomensafhankelijke opvang. Het Verenigd Koninkrijk is daarentegen een ander verhaal. Daar zijn ouders ook flink wat geld kwijt aan kinderopvang. Hoewel kinderen vanaf 3 jaar 15 tot 30 uur per week gratis naar de kinderopvang kunnen, zijn ouders daarna minstens 30 procent van de kosten kwijt.
Door: Nationale Onderwijsgids / Johanne Levinsky