Normal_oma_oppas_gastouder_voorlezen_lezen_kind_peuter

Zelf werden ze nauwelijks voorgelezen, maar de senioren van nu lezen hun eigen kinderen en kleinkinderen wel veel voor. Dat blijkt uit onderzoek van seniorenorganisatie KBO onder ruim 500 senioren. Senioren die van lezen houden, hebben kinderen en kleinkinderen die ook van lezen houden. En dat is goed nieuws voor de Kinderboekenweek, die deze week van start gaat met als thema 'Voor altijd jong'. Dit meldt de KBO.

Tegenwoordig leest 55 procent van de huidige opa's en oma's voor aan hun kleinkinderen, terwijl dat in hun tijd door hun eigen ouders - overgrootouders van de huidige kleinkinderen - maar in 4 procent van de gevallen gedaan werd. Het aantal voorleesmomenten is gedurende drie generaties bovendien flink gestegen.

Verder valt in het onderzoek op dat bijna de helft van de ouderen vindt dat het ook daadwerkelijk een taak van de grootouders is om voor te lezen aan hun kleinkinderen. Eenzelfde aantal koopt vaak een boek voor de kleinkinderen. Niet geheel verwonderlijk is dat de overgrote meerderheid van de huidige generatie senioren nog altijd de voorkeur geeft aan papier. Ruim negen op de tien senioren vindt het heel belangrijk dat er wordt voorgelezen aan kinderen om dat het goed is voor de algemene en taalontwikkeling, de creativiteit en inlevings- en voorstellingsvermogen.

Het meest populaire voorleesboek van toen én nu is Jip en Janneke. De allerbeste vriendjes staan al decennia lang eenzaam aan de top. De huidige generatie senioren las Jip en Janneke voor aan hun eigen kinderen en doet datzelfde bij hun kleinkinderen. Op twee stond vroeger Pinkeltje, gevolgd door de sprookjes van Grimm en Dahl. Het favoriete boek van de huidige generatie senioren in hun jonge jaren is Arendsoog en witte veder, gevolgd door Dik Trom.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids