Wat merken docenten nu van de sluiting van de scholen in het voorjaar?

Vanaf 16 maart waren de scholen in ons land een aantal maanden dicht. In korte tijd gaf bijna elke middelbare school online les. Nu de besmettingen onder scholieren weer oplopen, pleit de onafhankelijke expertgroep RedTeam ervoor dat de scholen weer sluiten. Welke invloed heeft het thuisonderwijs eigenlijk gehad op het niveau van leerlingen? Drie docenten delen hun ervaringen. 

‘Aan de toetsuitslagen merk je duidelijk dat het niveau is gedaald’

Illanga Bel geeft Engels aan havo bovenbouw op twee middelbare scholen: het PENTA College in Hoogvliet en het CBSplus in Rotterdam. 
 
“Ik merk echt dat mijn leerlingen een half jaar fysiek onderwijs gemist hebben. Dat merk ik aan hun kennis, aan hun gedrag. De stof is niet zo goed blijven hangen als ik gewild zou hebben. In de les heb je toch meer controlemomenten, betere toetsmogelijkheden en meer structuur.
 
Aan het begin van het schooljaar toetsten we wat hun niveau was. Stel dat ze nu examen moesten doen, hoe zouden ze dan scoren? Aan de uitslagen merk je duidelijk dat het niveau is gedaald. Veel leerlingen zijn nog lang niet op het niveau waar ze in dit stadium zouden moeten zijn. 
 

Gebrek aan structuur en motivatie

Al in april en mei viel het mijn collega’s en mij op dat sommige leerlingen geen baat hadden bij het thuisonderwijs. Ze misten structuur. Ze zeiden wel dat ze mijn uitleg begrepen, maar dat zag ik niet terug in de opdrachten die ze inleverden. 
 
Grammatica is altijd een lastig onderdeel, maar nu vinden leerlingen dat nog moeilijker. Ook het leesniveau moet omhoog. Het centraal examen is een leesexamen, dus het is belangrijk dat ze de gemiste leesuren inhalen. 
 
In de examenklassen zijn alle studenten vorig jaar wel geslaagd. Gelukkig hadden we bijna alle examens al afgenomen. Maar in havo 2 en 3 vallen grote klappen. Corona heeft er zelfs voor gezorgd dat een aantal leerlingen het jaar niet heeft gehaald. Op afstand kon ik ze niet genoeg motiveren. Zo jammer. 
 

Minder volwassen

Ik merk ook dat ze minder gegroeid zijn qua persoonlijkheid. In havo 4 zijn de leerlingen echt nog speels, waar ze normaal al volwassener waren. Al zijn er natuurlijk ook leerlingen die wel goed zelfstandig konden werken. Ze hadden thuis meer rust en kregen bijvoorbeeld begeleiding van ouders. Degenen die al intrinsiek gemotiveerd waren, leveren nu ongeveer dezelfde kwaliteit werk. 
 
Als leerlingen er qua cijfers niet goed voor staan, kunnen ze bijles volgen. In bijna alle jaarlagen geven we nu extra bijlessen. De overheid heeft scholen subsidie gegeven om docenten vrij te spelen voor bijlesuren. In die lessen gaan leerlingen terug naar de basis. Hoe leer ik? Hoe pak ik deze stof aan?
 

Niet gemakkelijk

Het thuisonderwijs had ook positieve gevolgen. Sommige leerlingen hebben me verrast. Zo heb ik indrukwekkende presentaties gezien, die leerlingen helemaal zelf vormgegeven hadden. Ook vond ik het knap dat sommige leerlingen aan durfden te geven dat ze thuis te weinig rust hadden om goed te leren. Ze vroegen of ze toch naar school mochten komen. Voor hen hebben we hier een rustige plek gecreëerd. 
 
We moeten ons echt realiseren dat het voor leerlingen ook niet makkelijk is geweest. Nog steeds niet. Er heerst veel onzekerheid en onduidelijkheid. In maart zouden onze examenklassen bijvoorbeeld op uitwisseling naar Denemarken gaan. Dat ging niet door, Denemarken ging als een van de eerste landen op slot. Een grote teleurstelling voor veel leerlingen. Sommigen hadden nog nooit gevlogen, waren zelden buiten Rotterdam-Zuid geweest. Keer op keer moeten kinderen zich aanpassen. Dat is niet niks.” 
 

‘Ik heb geen enkel verschil in niveau gemerkt’

Arnoud Kuijpers geeft Nederlands op een gymnasium in Gouda. Tot de zomer gaf hij ook nog les aan het vmbo in de Schilderswijk in Den Haag. 
 
“Mijn leerlingen waren blij dat ze na de zomer weer naar school konden. Ze misten hun vrienden en waren wel klaar met de online lessen. Toch merk je wel dat leerlingen op het gymnasium gedisciplineerder zijn dan de leerlingen die ik op het vmbo had. Voor de gymnasiasten was het thuisonderwijs beter te doen. Bij hen heb ik dan ook geen verschil in niveau gemerkt. 
 

Verschil tussen vmbo en gymnasium

Leerlingen op het vmbo hebben over het algemeen meer structuur nodig, denk ik. Zij maken hun opdrachten vooral voor de docent, in plaats van voor zichzelf. Gymnasiasten zijn toch wat zelfstandiger. Sommigen zeiden ook dat ze het thuiswerken efficiënter vonden. Ze hoefden niet de hele tijd naar de docent te luisteren en werden minder afgeleid door klasgenoten. 
 
Onderschat ook niet wat ouders doen. Ouders van kinderen op het gymnasium kunnen hun kinderen over het algemeen toch beter helpen bij opdrachten. En zitten vaak meer bovenop het huiswerk. Wat dat betreft is het thuisonderwijs niet goed geweest voor de kansengelijkheid van leerlingen. 
 

Gebaat bij structuur

Voor mijn gevoel zijn mijn leerlingen nog precies hetzelfde als voor de intelligente lockdown. Ook qua gedrag. Ik vind het fijn dat ik ze weer fysiek zie. Online lesgeven vond ik maar onpersoonlijk. Leerlingen deden hun camera’s nooit aan, waardoor ik ze niet zag. Maar je wilt toch contact hebben, daarvoor ben je docent geworden. 
 
Daarnaast zijn pubers gebaat bij structuur. Tijdens de intelligente lockdown was hun dag- en nachtritme helemaal in de war. Ik kreeg soms appjes om drie uur ’s nachts. Van de vmbo-leerlingen, maar ook van de gymnasten. Nee, het is goed dat ze weer gewoon naar school kunnen.” 
 

‘Ik maak me vooral zorgen om de leerlingen die thuis nauwelijks Nederlands spreken’

Tineke Kaptein geeft Nederlands aan de bovenbouw vmbo op Curio scala in Breda. Daarnaast houdt ze zich als vakgroepvoorzitter Nederlands bezig met de huidige achterstanden van leerlingen. 
 
“De intelligente lockdown in het voorjaar heeft een enorm effect gehad op het niveau van onze leerlingen. Velen wonen in achterstandswijken, in gezinnen waar ze thuis weinig tot geen Nederlands spreken. Deze kinderen zijn kwetsbaar en kregen vaak al extra begeleiding op school. Door het thuisonderwijs viel alle ritme en regelmaat weg. Direct merkten we dat kennis wegzakte. Dat was te verwachten, maar het kwam toch hard aan.
 

Verborgen armoede en leed

Alles wat je in kranten las, gebeurde bij ons ook. Veel van de leerlingen verdwenen uit het zicht. Leerlingen meldden zich wel aan voor de les via Microsoft Teams, maar kwamen vaak niet opdagen. Ze zwierven rond op straat of bleven juist de hele dag in bed. Ook waren er leerlingen die vroegen of we niet na acht uur ’s avonds les konden geven. Omdat ze de hele dag moesten werken. Ik heb zelfs een leerling gehad die haar kamer niet uit mocht van haar vader. Zes maanden lang zat ze binnen. 
 
Er is veel verborgen armoede en leed achter de voordeur. De situaties zijn schrijnend. Het is me nog duidelijker geworden dat school voor veel leerlingen een veilige plek vormt. Wij bieden structuur en veiligheid.  
 

Basiskennis verdwenen

Leerlingen waren dan ook enorm blij elkaar weer te zien na de zomer. Maar ze moesten ook weer wennen. Ze vonden het lastig zich te concentreren, stil te zitten en te wachten op hun beurt. De parate kennis was zo goed als verdwenen. Vooral bij mijn vak, Nederlands, werd dat duidelijk. Op basisvragen wisten veel leerlingen het antwoord niet meer. Wat is de persoonsvorm in deze zin? Hoe spel je dat woord? 
 
Na de zomer hebben we een nulmeting uitgevoerd in de examenklassen. Wat wisten ze nog van begrijpend lezen? Hoe stond het met de woordenschat? Volgens de normen lopen ze maanden achter. Dat wekt frustratie op bij docenten. Hoe gaan we dit in hemelsnaam inhalen? Hoe kunnen we de leerlingen toch nog naar de eindstreep trekken? 
 
Ik maak me vooral zorgen om degenen die thuis nauwelijks Nederlands spreken. Als je zes maanden thuis hebt gezeten zonder de taal te oefenen, zonder taalcontact, raak je het gewoon kwijt. Dat is logisch. Tegelijkertijd zijn ze ook pubers. Je plant een online meeting in om leerlingen te helpen en dan komen ze soms niet opdagen. Als docent moet je best geduldig zijn. 
 

Gezamenlijke aanpak

Ik geloof dat je je als school alleen staande kunt houden met een gezamenlijke aanpak en visie. We hebben het op Curio scala echt samen gedaan. Samen bedacht wat werkt voor de specifieke leerlingen op onze school. Samen de schouders eronder gezet en gekeken hoe we het niveau toch hoger konden tillen. 
 
Na de sluiting van de scholen begonnen we direct in oplossingen te denken. Leerlingen die dat nodig hadden, kregen laptops en iPads te leen. We maakten studiewijzers en ons management heeft meteen duidelijke coronarichtlijnen opgesteld.
 
Ook hebben we een enorme inhaalslag gemaakt met toetsen. Maandenlang hebben we leerlingen achter de broek gezeten. Ouders gebeld. Met als resultaat dat bijna alle leerlingen toch geslaagd zijn voor hun examens. 
 
Momenteel geven we veel bijlessen en hebben we extra huiswerkklassen. Dat kan door de subsidies die we van de overheid gekregen hebben. De eerste toetsen zijn niet allemaal goed gemaakt. Leerlingen zijn ook onzeker. Gaat de school weer dicht? Kan ik m’n examen halen? En wat moet ik daarna? 
 

Minder chaos op de gang

Tegelijkertijd merk ik dat het online lesgeven ook positieve gevolgen heeft gehad. Als docenten konden we ons meer richten op het onderwijs zelf. We hadden geen last meer van randzaken als ruzies, pesterijen en andere externe prikkels. 
 
Toen de leerlingen begin juni terug naar school mochten, kregen ze in kleinere groepen les. Zij bleven in het lokaal, wij docenten liepen heen en weer. Dat was ideaal. Er was minder chaos op de gang en leerlingen kwamen minder vaak te laat. 
 
Waarom laten we ook eigenlijk 800 leerlingen ieder uur door een gebouw heenlopen? Het zou fijn zijn als we het lesgeven in kleine groepen in de toekomst kunnen voortzetten. Onze leerlingen zijn gebaat bij voorspelbaarheid en individuele instructie. Zo kan de coronacrisis toch nog iets goeds opleveren.”
 
Door: Nationale Onderwijsgids / Bente Schreurs