'ChatGPT moet je vooral zien als een extra klasgenoot'

Pieter van Boheemen van de Hogeschool Rotterdam schrijft dat de zorgen over de invloed van chatrobots in het hoger onderwijs veelal onterecht zijn. Hij geeft aan dat zulke kunstmatige intelligentie eerder een extra klasgenoot vormt dan een bedreiging van de waarde van scholing. Dat meldt ScienceGuide. 

Niet eerder was het zo makkelijk om krachtige kunstmatige intelligentie op zo’n zinvolle manier te gebruiken. ChatGPT kan levensechte gesprekken met mensen onderhouden en in tegenstelling tot de gemiddelde chatbot van een klantenservice zit er nu wel iets prettigs aan het gesprek. Het revolutionaire van ChatGPT zit in de ‘look and feel’. Iedere gebruiker krijgt toegang tot het geavanceerde taalmodel.

Belazeren 

Docenten die bij een toets akkoord gingen met een schrijfopdracht liepen altijd al het risico om belazerd te worden. Studenten schakelen huiswerkbegeleiders, ouders, vrienden of andere hulpmiddelen in als ze daar toegang tot hebben. ChatGPT maakt nu de helpende hand voor iedereen beschikbaar. 

Zelf nadenken en meerdere bronnen controleren 

Studenten die geen toegang hebben tot extra ondersteuning kunnen nu wel gebruikmaken van de ChatGPT. ChatGPT kan kennis aanreiken, deze in context plaatsen en bij doorvraag verder toelichten en dat maakt zelfstandig leren verder mogelijk. Soms zit de chatbot er wel naast wat feiten betreft en vermeld het geen bronnen. Het blijft dus noodzaak om zelf te blijven nadenken en informatie bij meerdere bronnen te controleren. 

Verschillende zorgen 

Er is altijd wel een klein beetje een reden tot zorg. Als het om het toetsen van schrijfvaardigheden gaat, zal er nog steeds toezicht nodig zijn. Ook zijn er nog meer zorgen over bijvoorbeeld: discriminerende vooringenomenheid in het taalmodel, het op grote schaal genereren van desinformatie en de afhankelijkheid van een beperkt aantal aanbieders. 

Maar de angst voor de kwaliteit van het onderwijs is echter niet nodig. ChatGPT is vooral een aanmoediging om van traditionele kennisoverdracht en toetsingsmethodes af te stappen. 

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk