Steeds minder studenten hebben tijd of geld voor een bestuursjaar bij een studie- of studentenvereniging. Vooral kleine Utrechtse verenigingen kampen hiermee. Ongeveer acht studieverenigingen van de Hogeschool Utrecht houden het met moeite vol en dreigen op te heffen, blijkt uit een rondgang van RTV Utrecht. Zo meldt de nieuwssite.
Organisaties zoals het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) waarschuwen dat dit de studentencultuur aantast. In een brief aan demissionair minister Eppo Bruins van Onderwijs roepen ze op tot meer aandacht voor het teruglopende aantal bestuursstudenten. “De meeste studenten die zich inzetten voor het bestuur van hun vereniging krijgen te weinig erkenning voor hun inzet en dat moet meer beloond worden”, zegt ISO-voorzitter Sarah Evink.
Collegegeld
Financiële druk speelt een grote rol. Studenten die in het bestuur zitten, betalen vaak nog collegegeld en volgen weinig vakken. Beurzen of vergoedingen zijn moeilijk rond te krijgen, zeker bij kleine verenigingen. Samen met prestatiedruk ontmoedigt dit studenten om bestuursfuncties op zich te nemen.
Ook de verbondenheid onder leden neemt af, merken bestuurders na corona. Thomas Kesseler van MOP, de studievereniging voor PABO-studenten, ziet het ledenaantal slinken. De band werd na de coronaperiode minder gevoeld. Inmiddels zijn er nog vier leden over, waarvan twee zich simpelweg niet hebben uitgeschreven. Bij studentenbadmintonvereniging Helios zeggen bestuurders ook dat studenten minder binding voelen. Na de coronaperiode lijken studenten een vereniging meer als ene vorm van beperking te ervaren.
Door: Nationale Onderwijsgids / Johanne Levinsky
