Normal_geld__portemonnee__muntgeld

In het eerste kwartaal van 2019 zijn de cao-lonen met gemiddeld 2,2 procent gestegen. In het onderwijs stegen de lonen met 1,4 procent het minst. Deze stijging is lager dan die van de consumentenprijzen. Deze bedroeg in het eerste kwartaal 2,5 procent.  Dit meldt CBS.

Op het niveau van de bedrijfstakken namen de lonen in de overige dienstverlening (waartoe onder meer de cao’s kappersbedrijf en uitvaartzorg worden gerekend) het meest toe, namelijk met 3,1 procent. In het onderwijs stegen de lonen met 1,4 procent het minst. 
 
Vorig jaar was dit de bedrijfstak met de grootste loonstijging. In 2018 stegen bijvoorbeeld de lonen van het onderwijzend personeel in de cao van het primair onderwijs meer, doordat het salarisverschil verkleind werd met docenten in het voortgezet onderwijs. Voor het primair onderwijs is nog geen nieuw akkoord afgesloten, nadat op 1 maart de cao was verlopen.
 
Sinds 2014, het dieptepunt van de economische recessie, is het éénmaal eerder voorgekomen dat de consumentenprijzen harder stegen dan de cao-lonen, namelijk in het eerste kwartaal van 2017. Als de cao-lonen minder hard stijgen dan de consumentenprijzen, betekent dit niet automatisch dat werknemers er reëel in koopkracht op achteruit gaan. Het nettoloon is namelijk ook afhankelijk van de veranderingen in de premies die werknemers betalen voor pensioen, sociale verzekeringen (inclusief zorg) en de loonheffing.
 
Door: Nationale Onderwijsgids