Digitaal onderwijs zorgt voor veel kansen, maar ook zorgen over privacy

De digitalisering van ons onderwijs verloopt razendsnel. Maar de vraag wat we daar als samenleving eigenlijk mee willen, is nog nauwelijks beantwoord. In het vandaag verschenen rapport Naar hoogwaardig digitaal onderwijs beschrijft het Rathenau Instituut acties die moeten zorgen dat de overgang naar kwalitatief goed digitaal onderwijs bijdraagt aan meer rechtvaardigheid, menselijkheid en autonomie. Dit meldt het Rathenau Instituut. 

De verwachtingen rond digitalisering van het onderwijs zijn hooggespannen. Digitalisering kan het beroep van leraar aantrekkelijker maken, de lees- en rekenvaardigheid verhogen en jongvolwassenen beter voorbereiden op de veranderende maatschappij. Maar er zijn ook risico’s. Door digitalisering zitten kinderen veel achter een scherm, ontstaan er zorgen over privacy en dreigen scholen en universiteiten minder controle te krijgen over het onderwijsaanbod.

Positieve en negatieve effecten 

Om de digitalisering van het onderwijs in goede banen te leiden, heeft het Rathenau Instituut een overzicht gemaakt van de positieve en negatieve effecten van digitalisering. Daardoor kunnen de samenleving, onderwijsmakers en de politiek alle effecten in samenhang bezien. Dat helpt bij het nemen van beslissingen.

Waardenkader 

Het rapport bevat vier casestudies van basisschool tot universiteit. De auteurs leggen de praktijkvoorbeelden steeds langs een zogeheten waardenkader. Dat is een soort meetlat die kijkt naar de basiswaarden in het onderwijs die veel Nederlanders belangrijk vinden: rechtvaardigheid, menselijkheid en autonomie.

Het rapport zet op een vernieuwende manier aan tot denken over onderwijskwaliteit, zo zegt coördinator Linda Kool. ‘We laten zien dat digitalisering in het onderwijs ook raakt aan kansengelijkheid, gezondheid, keuzevrijheid, samenwerken en burgerschap.’

Vrijheid van onderwijs 

Volgens het rapport is het onder andere belangrijk dat onderwijsinstellingen, samenleving en politiek op onderdelen samen optrekken. Nederland kent dan wel de vrijheid van onderwijs, maar een deel van de zorgen zijn te groot voor een school of universiteit en vragen om een overkoepelende aanpak. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over maatregelen om de invloed van technologiebedrijven te beteugelen.

Het Rathenau Instituut schrijft dat het belangrijk is om visie te ontwikkelen, eisen te stellen, ondersteuning te bieden en onderzoek te stimuleren. Bij elk van die zaken zijn meerdere betrokkenen. ‘Ja, dat maakt het complex,’ zegt Kool. ‘Maar juist nu valt er nog veel te sturen. En dat is nodig als Nederland niet wil dat de zorgen uit ons rapport de overhand krijgen.’

Door: Nationale Onderwijsgids