Normal_citotoets_test_eindtoets_basisonderwijs

De Centrale Eindtoets wordt in 2019 korter. De papieren variant wordt in 2019 in twee dagdelen afgenomen in plaats van in de gebruikelijke drie. Ook de digitale adaptieve Centrale Eindtoets wordt korter en gaat meer differentiëren. Dit meldt het College voor Toetsen en Examens.

In de afgelopen vijf jaar is de Centrale Eindtoets in samenwerking met het scholenveld steeds verder ontwikkeld. Uit analyses van de resultaten van die jaren blijkt dat ook met minder opgaven de hoge kwaliteit van de toetsadviezen gewaarborgd kan worden. Daarom is de Centrale Eindtoets vanaf 2019 korter dan in voorgaande jaren. Er wordt niet ingeleverd op de betrouwbaarheid van de toets.
 
In 2018 bestond de Centrale Eindtoets uit 200 opgaven die in drie dagdelen werden afgenomen. De papieren Centrale Eindtoets bestaat in 2019 uit 165 opgaven en wordt dan in twee dagdelen afgenomen. Het facultatieve onderdeel wereldoriëntatie kan op de derde toetsdag in z’n geheel in de ochtend worden afgenomen.
 
De digitale adaptieve Centrale Eindtoets bestaat in 2019 uit 140 opgaven en kan ook op twee toetsmomenten worden afgenomen. Een derde toetsmoment kan gebruikt worden om de digitale variant van het facultatieve onderdeel wereldoriëntatie af te nemen.
 
De digitale adaptieve Centrale Eindtoets gaat ook meer differentiëren. Het eerste toetsmoment telt 70 opgaven. Tijdens dit eerste toetsmoment wordt er na 16 opgaven voor lezen, rekenen en taalverzorging een splitsing gemaakt in twee niveaus voor rekenen en twee niveaus voor Nederlandse taal. Vervolgens is de toets al na 41 opgaven beschikbaar op drie niveaus. Daarmee is de toets al vanaf dat moment op maat voor alle leerlingen. Dat is veel eerder dan vorig jaar, toen pas na 60 vragen een splitsing het niveau van de leerling werd bepaald.
 
Het tweede toetsmoment telt vervolgens nog 50 adaptieve opgaven voor lezen, rekenen en taalverzorging. De laatste 20 opgaven zijn schrijfopgaven. Deze zijn niet adaptief.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids