Normal_leerling_studie_lezen_leren_huiswerk

Steeds meer kinderen krijgen thuisonderwijs vanwege de levensovertuiging van hun ouders. Waren er in 2013 nog 575 kinderen, in 2016 ging het om 813 kinderen die thuis les krijgen. Het is onduidelijk of deze groeiende groep goed onderwijs krijgt. Het kabinet wil daarom meer inzicht in thuisonderwijs. Dit meldt Trouw.

Kinderen in Nederland hebben een leerplicht tussen de 5 en de 16 jaar. De meeste kinderen gaan naar een school in de buurt. Kinderen kunnen echter een vrijstelling daarvan krijgen als ouders kunnen aantonen dat er geen nabije school is die past bij hun levensovertuiging. Als dit gegrond is, mogen de kinderen thuisonderwijs krijgen en is de gemeente verplicht dit te faciliteren.  
 
Er is echter geen controle op deze vorm van thuisonderwijs. De meeste gemeenten houden niet bij waarom ouders thuisonderwijs willen geven, en het ministerie van onderwijs heeft alleen cijfers van de 36 grootste gemeentes. Daar valt nog niet de helft van de thuislessen onder. Het kabinet werkt aan een nieuwe Onderwijswet waarin de Onderwijsinspectie de mogelijkheid krijgt de kwaliteit van het thuisonderwijs te controleren. Nu kan dat niet. 
 
In juni vorig jaar diende er in Rotterdam een rechtszaak waarin het thuisonderwijs centraal stond. Hierbij stonden de gemeente Rotterdam en drie gezinnen die thuisonderwijs gaven tegenover elkaar over het toezicht hierop. In hoger beroep bepaalde de rechter toen dat kwalitatief goed thuisonderwijs inderdaad zwaarder weegt dan de keuzevrijheid van ouders die thuis lesgeven. Voor Rotteerdam betekent dit dat de gemeente de Raad voor de Kinderbescherming mag inschakelen in het geval de ouders die thuis onderwijs geven geen informatie willen verstrekken over hoe zij hun kinderen lesgeven.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids