Logo_download

Er zijn in september 2014 ruim 19 duizend leerlingen minder naar het reguliere basisonderwijs gegaan dan het schooljaar daarvoor. In het primair onderwijs (dus speciaal en regulier onderwijs samen) zijn er ongeveer 200 klassen en 200 fulltime banen verdwenen. De dalende leerlingaantallen zijn een gevolg van de krimp. Dit meldt de Algemene Onderwijsbond. 

Het ministerie van Onderwijs heeft de voorlopige cijfers over het basis- en speciaal onderwijs gepresenteerd. Daaruit blijkt dat het basisonderwijs gekrompen is met 1,3 procent ten opzichte van vorig jaar. Er zijn 19 duizend leerlingen minder in het basisonderwijs. In het primair onderwijs (ook speciaal onderwijs meegerekend) werden ruim 20 duizend minder leerlingen geteld dan het jaar daarvoor.
 
In de provincies Drenthe, Limburg en Zeeland is de krimp het grootste; het percentage ligt hier boven de 2 procent. Over het hele land verdwenen 125 basisscholen. Er kwamen 26 nieuwe scholen bij, en per saldo zijn er daarom 99 basisscholen minder dit jaar. De meeste scholen verdwenen in de Randstad provincies. Terwijl er juist in deze regio gemeenten zijn die kampen met een forse groei in de leerlingenaantallen, zoals bijvoorbeeld Amsterdam (+600), Utrecht (+400) en Haarlem (+300). 
 
© Nationale Onderwijsgids