Normal_4140

"Een betere verzuimregistratie zal ongetwijfeld helpen, maar de aanpak van problemen achter voortijdig schoolverlaten moet veel verder gaan dan dat. Zolang we in het mbo de achterstanden moeten repareren die studenten op het voortgezet onderwijs oplopen, blijft de uitval te hoog."

Jan van Zijl, voorzitter MBO Raad, reageert hiermee op de cijfers voortijdig schooluitval die het ministerie van OCW woensdag presenteerde.

Daaruit blijkt dat de daling van de schooluitval in het mbo achterblijft. "Geen verrassing," aldus Van Zijl, "Al tijden luiden we de noodklok: de rek is eruit."

Jan van Zijl prijst de mbo-instellingen die een verbetering hebben weten te realiseren. "Het gaat hier ook om instellingen die een onevenredig groot aantal probleemstudenten had en die nu hun jarenlange inspanningen beloond zien met een dalend aantal schoolverlaters."

Van Zijl roept op de verbeteringen wel in perspectief te blijven zien. "Het merendeel van de scholen geeft al langer aan dat in de huidige omstandigheden verdere daling van het aantal uitvallers marginaal zal zijn. Het is niet realistisch van de minister om wonderen te verwachten van beter verzuimregistratie, er is echt veel meer nodig."

De MBO Raad vindt een medestander in Ingrado, de vereniging van leerplichtambtenaren. Ingrado heeft ook aan de minister en de Inspectie van Onderwijs laten weten dat het niet alleen gaat om registratie, maar vooral om gezamenlijk de oorzaken aan te pakken.

Jan van Zijl: "Ingrado ziet de aanpak van uitval net als wij niet als een eenzijdige taak van het onderwijs maar een verantwoordelijkheid van gemeentes, jeugdzorg en onderwijsinstellingen samen met ondersteuning vanuit de overheid. De minister heeft echter weinig te zeggen over de gemeentes en de jeugdzorg en kiest voor de makkelijkste weg."

"Boetes uitdelen zal niet helpen, ervoor zorgen dat het mbo samen met de partners in de aanpak van voortijdig schoolverlaten niet het merendeel van de tijd bezig is met het wegwerken van leerachterstanden en het oplossen van maatschappelijke problematiek bij een relatief kleine groep jongeren wel."

Jan van Zijl noemt als voorbeeld het afschaffen van de drempelloze instroom op het mbo als een belangrijk middel. Dat moet ervoor gaan zorgen dat jongeren niet meer zonder diploma van een vooropleiding naar het mbo kunnen.

"Dat diploma is belangrijk, voor de eigenwaarde van de jongere zelf maar ook voor de school. Het betekent kopzorgen minder als je als student op basis van je kennis mee kunt in de opleiding. En kopzorgen minder voor de school dat je kunt rekenen op wat je studenten kunnen en kennen en niet eerst moet bijspijkeren omdat het voortgezet onderwijs het heeft laten liggen."

Afschaffing van de drempelloze instroom heeft na lang inpraten op OCW het regeerakkoord gehaald. "Maar het moet eerst nog wel geregeld worden. Laat de minister dáár nou voortvarend werk van maken in plaats van spierballen te tonen door boetes te willen uitdelen."