Mbo'ers beginnen vaak met achterstanden aan de opleiding en docenten passen zich aan aan dat lage niveau. Hierdoor ontstaat een neerwaartse spiraal. Dat zegt Marja van Knippenberg op grond van onderzoek aan de mbo-instelling waar zij zelf werkt, ROC Mondriaan in Den Haag.

Begin deze maand promoveerde Van Knippenberg aan de Universiteit van Tilburg op haar onderzoek waarbij zij een jaar lang een groep mbo'ers volgde op niveau 2 bij de opleiding tot 'helpende zorg'. 22 studenten, uit dertien landen en met een nogal uiteenlopende taalbeheersing. Veel docenten komen uit de pratktijk en richtten zich vooral op de inhoud van het beroep. De studenten tegelijk taalvaardigheden bijbrengen, blijkt voor veel leraren moeilijk.

Zo merkten leraren dat veel studenten de vakteksten niet lazen. "Meestal zijn zij niet in staat om hen toch aan het lezen te krijgen, en daarom maken ze zelf maar simpele samenvattingen van teksten", vertelt Van Knippenberg.

Door de nieuwe eisen van het kabinet heeft Nederlands aan status gewonnen. "Het gevaar is dat andere docenten nu gaan denken: taal is een zaak van de docent nederlands, niet meer van ons. Terwijl het veel beter werkt als taalonderwijs en vakinhoudelijke lessen goed op elkaar aansluiten", aldus de promovenda.

Bron: Lezen en Schrijven