Normal_voortijdige_schoolverlater

Scholieren die het onderwijs zonder startkwalificatie verlieten in het schooljaar 2009/2010, behaalden in de vijf jaar daarna in 16 procent van de gevallen alsnog een dergelijk diploma. Bij jongeren die op het moment van uitstromen 18 jaar of jonger waren, is dit aandeel met 25 procent hoger dan bij 18- tot 23-jarigen (20 procent). Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. 

Bij dit onderzoek is gekeken naar scholieren van alle leeftijden. Van de scholieren die 18 jaar of jonger waren toen ze in 2009/2010 het onderwijs verlieten, zat 18 procent vijf jaar later toch weer in het onderwijs en had daarmee zicht op een startkwalificatie. Bij de schoolverlaters van 18 tot 23 jaar was dit bij 9 procent het geval.
Vrouwen behaalden vaker dan mannen alsnog een startkwalificatie na het verlaten van het onderwijs. Vijf jaar na het schooljaar 2009/2010 had 18 procent van de vrouwelijke en 15 procent van de mannelijke schoolverlaters alsnog een startkwalificatie. Van beide groepen volgde bijna 8 procent nog onderwijs met zicht op een startkwalificatie.
 
De groep die in 2009/2010 het onderwijs zonder startkwalificatie verliet, zat in 18 procent van de gevallen een jaar later toch weer in het onderwijs. Na drie jaar had 9 procent alsnog een startkwalificatie behaald en na vijf jaar 16 procent. Op dat moment volgde 71 procent geen onderwijs, terwijl ze nog geen startkwalificatie hadden. 
 
Een startkwalificatie is een diploma van ten minste mbo-niveau 2, de havo of het vwo. Wie deze bezit, is volgens de overheid voorbereid om te beginnen op de arbeidsmarkt. Jongeren van onder de 18 die geen startkwalificatie hebben, zijn wettelijk verplicht om onderwijs te volgen. De overheid voert hiernaast beleid om 18- tot 23-jarigen zonder startkwalificatie aan te moedigen om deze alsnog te behalen.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids