De initiële opleiding voor docenten is in heel Europa goed, maar er zijn verschillen in de professionele ontwikkeling van docenten in het beroepsonderwijs. In ongeveer de helft van de lidstaten is de professionele ontwikkeling vastgelegd in de wet. In sommige lidstaten, waaronder Nederland, is de ontwikkeling een recht van de docent en in andere lidstaten is het een plicht van de docent of van de school. Dat blijkt uit een briefing van Cedefop. Dat meldt Neth-ER.
In alle lidstaten wordt aandacht besteed aan de professionele ontwikkeling van docenten in het beroepsonderwijs. Het enige verschil is hoe er wordt omgegaan met de ontwikkeling. In de meeste landen heeft de directeur van een school veel inspraak in de invulling van het recht of de plicht.
De professionele ontwikkeling van docenten en trainers in het beroepsonderwijs en in beroepsopleidingen staat al jaren op de agenda van het onderwijsbeleid van de Europese Unie, maar het thema zou in het landelijk beleid van de lidstaten nog te weinig naar voren komen. In de conclusies van Riga (2015) voor het beleid op het gebied van beroepsonderwijs is deze problematiek opnieuw nadrukkelijk aan de orde gekomen. Er is toen opgeroepen tot een systematische benadering van – en het creëren van mogelijkheden tot – initiële opleidingen en bij- en nascholing van docenten, trainers en mentors in het beroepsonderwijs.
Cedefop, het Europees centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, heeft een briefing opgesteld op basis van rapporten over alle lidstaten waarin gekeken is naar de professionele ontwikkeling van docenten in het beroepsonderwijs.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
