Normal_wereld_kind

Het onderwijs hoort alle jongeren voor te bereiden op een maatschappij die globaliseert. Deze ambitie vraagt om een stevige verankering van internationalisering in het reguliere onderwijs en een betere afstemming tussen de sectoren. Vooral in het vmbo en het mbo is meer inzet nodig. Dit stelt de Onderwijsraad in het advies Internationaliseren met ambitie.

Internationalisering hoort volgens de raad overal in het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs vorm te krijgen. Internationalisering heeft nu een te beperkt bereik en de aanpak van veel scholen is versnipperd en eenzijdig. Hierdoor hebben jongeren ongelijke kansen op de arbeidsmarkt.

Lang niet alle basisscholen besteden voldoende aandacht aan internationalisering. Binnen het voortgezet onderwijs blijft het vmbo sterk achter bij havo en vwo; en in het mbo is het thema nog niet in alle branches en op alle niveaus ingevoerd. Dit terwijl leerlingen in de toekomst ongeacht hun opleidingsniveau, steeds meer in een internationale omgeving moeten kunnen functioneren. Wie een vreemde taal spreekt, kennis heeft van andere landen en culturen en kan samenwerken met iemand uit een andere cultuur, maakt meer kans op de arbeidsmarkt.

Bij veel scholen staat bij internationalisering het vreemdetalenonderwijs centraal, terwijl de internationale leerinhoud van andere vakken achterblijft. De raad adviseert internationale kennis en vaardigheden te verankeren in de kerndoelen, in de examenprogramma’s van het voortgezet onderwijs en in de kwalificatiedossiers van het mbo. Dit geeft scholen meer houvast voor een verruiming en verdieping van hun internationaliseringsactiviteiten.

Internationalisering gaat de hele schoolloopbaan door. Dit vraagt om kennisdeling, overleg en afstemming tussen sectoren. Scholen bereiden hun leerlingen nu vaak onvoldoende voor op het vervolgonderwijs. Zo sluit het onderwijs in Engels in het voortgezet onderwijs vaak niet aan op het niveau dat leerlingen in het basisonderwijs hebben bereikt. De raad adviseert twee sectoroverstijgende leerlijnen te ontwikkelen, een voor Engels en een voor wereldoriëntatie.

Om de gestelde ambitie te bereiken, moet volgens de raad aan de financiële randvoorwaarden worden gewerkt. De mate waarin leerlingen internationale kennis en vaardigheden opdoen, mag volgens de raad niet afhankelijk zijn van incidentele middelen. Door een stijgend aantal subsidieaanvragen van scholen neemt ook het aantal afwijzingen toe. Dit heeft tot gevolg dat internationaliseringsactiviteiten niet door kunnen gaan of minder toegankelijk worden voor jongeren met weinig draagkrachtige ouders. De algemene bekostiging van scholen dient voldoende te zijn om internationalisering succesvol vorm te geven. Dit vraagt echter wel van schoolbesturen dat ze er ook geld voor vrijmaken. De overheid kan internationalisering verder stimuleren door omvang en bereik van de huidige stimuleringsmaatregelen beter af te stemmen op de internationaliseringsambitie voor het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs.

© Nationale Onderwijsgids