De Inspectie van het Onderwijs start met een onderzoek naar de financiële positie bij besturen in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs. Het onderzoek loopt tot de zomer van 2012 en vindt plaats onder ongeveer vierhonderd besturen.
Het doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de mate waarin besturen financiële middelen beschikbaar hebben, die ingezet kunnen worden in het onderwijs. Indien dit het geval is, zal de inspectie besturen aansporen deze middelen alsnog te besteden aan het onderwijs.
In februari ontvangen alle besturen in het voortgezet onderwijs een brief met hun financiële kengetallen. De besturen in het primair en speciaal onderwijs ontvangen deze brief later in het voorjaar. De vierhonderd besturen die worden betrokken in het vervolgonderzoek, lezen dat ook in deze brief.
De besturen die onderzocht worden, hebben een zeer hoge kapitalisatiefactor of een hoge kapitalisatiefactor gecombineerd met een of meer zwakke of zeer zwakke scholen. De kapitalisatiefactor is een kengetal om te signaleren of besturen misschien een deel van hun middelen niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken.
De kapitalisatiefactor wordt berekend door de boekwaarde van de gebouwen en terreinen in mindering te brengen op het totaal kapitaal en dit bedrag vervolgens te delen door de totale baten inclusief de rentebaten.
