Is chatbot ChatGPT de volgende grensverlegger voor het onderwijs?

De (onderwijs)wereld is vol van chatbot ChatGPT. Deze vorm van artificial intelligence produceert in een paar tellen geloofwaardige teksten die in veel gevallen prima bruikbaar zijn voor boekverslagen, essays en andere huiswerkopdrachten. De technologie is vrij beschikbaar en er wordt al driftig mee geëxperimenteerd door leerlingen. Hoe moeten we deze technologie duiden en hoe kunnen scholen ermee omgaan? Dat meldt Kennisnet. 

“Deze technologie gaat niet meer terug in het doosje. It’s out there”, zo introduceerde onze adviseur Wietse van Bruggen ChatGPT op ons interne Yammer-kanaal. Vanaf de eerste dag na de lancering is er veel verwondering en discussie over deze vorm van slimme technologie. “Bizar hoe goed deze teksten nu al zijn”, reageert manager Martine Kramer.

Laagdrempelig 

De vorige versie van ChatGPT was al opvallend. Kennisnet liet GPT-3 geautomatiseerd het voorwoord van directeur Larissa Zegveld produceren voor het Jaarplan 2023, met behoorlijk resultaat, alhoewel onze redacteuren er nog aardig wat werk aan hadden om er een minder saaie tekst van te maken. De technologie heeft ons wat dat betreft ingehaald: opvolger GPT-3.5 en vooral de bijbehorende chatbot ChatGPT zijn indrukwekkend. Hoewel: sommigen relativeren de juichverhalen en zien de chatbot gewoon als de volgende logische stap in de ontwikkeling van large language models. Niet zozeer de technologie noemen ze vernieuwend, als wel het feit dat deze nu zo laagdrempelig beschikbaar is. 

Intelligente technologie 

Niet alleen in het onderwijs lopen de gemoederen over kunstmatig gecreëerde content op. Frankwatching, de website voor online-marketingtrends, publiceerde een artikel over ChatGPT. In twee minuten productietijd (door ChatGPT) en vijf minuten redigeertijd (door de redacteur) was de klus geklaard. Artificial intelligence kan al veel meer op dit vlak. Zo zijn er applicaties die op basis van een stuk tekst automatisch een video genereren en bestaan er podcasts die met intelligente technologie zijn gemaakt. Kortom: de manier waarop we uitingen creëren is onmiskenbaar aan het veranderen. Ook voor softwareontwikkeling heeft ChatGPT gevolgen; we kunnen bijvoorbeeld een stuk code invoeren en vragen om deze te analyseren en eventueel te verbeteren.

Er zijn experts en onderwijsprofessionals die zich ernstig zorgen maken over de gevolgen van deze ontwikkeling. De tijd is aangebroken waarin leerlingen en studenten zó eenvoudig teksten kunnen produceren dankzij AI – teksten die ook nog eens moeilijk te onderscheiden zijn van originele, door mensen bedachte teksten. Hoe kunnen we dan nog goed onderwijs geven waarin leerlingen zelf denken en leren, zonder dat we hiervoor geavanceerde spiektechnologie hoeven in te zetten?

Alles met de hand schrijven 

Het onderwijs zal nooit verdwijnen, dat begrijpt iedereen. Maar een scriptie, artikel of andere tekstvorm gebruiken als leer- en toetsmiddel, dat kan problematisch worden. Lees bijvoorbeeld het stuk The College Essay Is Dead van Stephen Marche. Een rigoureuze oplossing voor dit probleem is: alles met de hand schrijven. “Ik kom docenten tegen die dat weer vaker doen,” zegt adviseur digitale geletterdheid Remco Pijpers hierover. “Ze laten leerlingen met pen en papier werken, om te zien of ze de stof echt schrijvend beheersen. Is dat rigoureus of is het pragmatisme? Misschien is het allebei.”

Aanpassing 

Er zijn ook mensen die deze ontwikkeling relativeren. De impact kan groot zijn, maar wat zou dat? Eens in de zoveel tijd komt er een grote technologische vernieuwing langs. Denk aan de rekenmachine, denk aan Wikipedia, denk aan zoekmachines. We passen onszelf aan, doen er ons voordeel mee en voor we het weten is deze technologie onderdeel van ons leven en ons onderwijs geworden. Dit zal zeker aanpassing vragen van onszelf én van leerlingen, want we moeten hier dan wel goed mee om leren gaan. Hoe herkennen we een tekst die is gegenereerd door AI en is het überhaupt mogelijk om deze altijd te herkennen?

Taalmodel 

De relativering betreft ook de output die ChatGPT produceert. Tot een bepaald niveau komen er zeker bruikbare teksten uit, maar die zijn niet altijd even origineel en vrij ‘clean’. Ze bevatten ook inhoudelijke fouten en – niet onbelangrijk voor essays en scripties – de verwijzing naar bestaande bronnen is niet mogelijk. Het taalmodel kan feiten neerzetten die lijken op echte bronnen, maar dat zijn het niet. Daar was de opzet van dit taalmodel ook niet op gericht. Daarom ziet Jennifer Sandlin het nog niet zo’n vaart lopen bij de toepassing van ChatGPT voor het hoger onderwijs. Kennisnet-adviseur Erwin Bomas wijst ons ook op een artikel van Ian Bogost over het resultaat van ChatGPT: voorlopig is het essay nog niet dood.

Door: Nationale Onderwijsgids