Normal_college_docent_klas_lokaal

Ter gelegenheid van zijn aanstelling als hoogleraar Didactiek van de Natuurwetenschappen houdt Fred Janssen een oratie over hoe je leerlingen en studenten kunt leren om grip te krijgen op complexe ‘moerassituaties’. Hij merkt dat veel bestaand onderwijs leerlingen en studenten voorbereidt op het oplossen van zorgvuldig geconstrueerde puzzels en problemen, terwijl de ideale onderwijssituatie leerlingen en studenten ook leert om grip te krijgen op ongestructureerde situaties (moerassen). Dat meldt de Universiteit Leiden.

Janssen zal in zijn oratie op 19 juni aanstaande proberen te verklaren waarom docenten niet vaker doen wat ze het belangrijkst vinden en waarom onderwijsvernieuwingen die zich richten op die hogere doelen vaak mislukken. En hij zal een oplossingsrichting voorstellen. Met het juiste denkgereedschap kunnen docenten hun bestaande onderwijs namelijk relatief eenvoudig ombouwen tot onderwijs dat leerlingen en studenten zowel voorbereidt op het omgaan met moerassituaties als op het oplossen van puzzels en problemen.

Een voorbeeld van zo’n moerassituatie is de ‘plastic soep’ in de oceanen. Het is een nieuw probleem dat niet opgelost kan worden als een puzzel. Je hebt er informatie voor nodig uit allerlei verschillende invalshoeken, van chemie tot geografie en van rechtsgeleerdheid tot biologie. Het is in dit geval niet alleen belangrijk om kennis van deze losse onderdelen over te brengen, maar om oplossingsgericht denken aan te leren.

Janssen kwam tot deze conclusie tijdens zijn colleges aan docenten. Die geeft hij vaak de volgende opdracht mee: Maak een top drie van wat je het belangrijkst vindt om te onderwijzen. Maak daarnaast een top drie van zaken waar leerlingen of studenten de meeste tijd aan besteden in je onderwijs. Bij de ideale top drie noemen docenten vaak onderwijsdoelen als: zelf vragen leren stellen en antwoorden leren vinden, kwesties vanuit verschillende invalshoeken kritisch kunnen bekijken, leren wat je echt  belangrijk vindt en zelfstandig keuzes leren maken en daar ook verantwoordelijkheid voor nemen. Maar de top drie activiteiten waar daadwerkelijk de meeste tijd aan werd besteed, zag er doorgaans heel anders uit. Daarin kwamen zaken terug als: luisteren naar uitleg, kijken naar demonstraties en vooral veel oefenen met het geleerde.

In het onderwijs wordt dus relatief veel aandacht besteed aan uitleg, demonstratie en oefening. Maar het zou mooi zijn als het onderwijs ook meer zou kunnen bijdragen aan het realiseren van die ‘hogere’ doelen. Janssen denkt dat de verklaring voor het hardnekkige verschil tussen de ideale en bestaande situatie niet moet worden gezocht in de kwaliteiten van leerlingen of docenten. Hij wil laten zien dat het primair ontbreekt aan denkgereedschap voor leerlingen, studenten en docenten waarmee zij grip kunnen krijgen op complexe moerassituaties.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids