Normal_klas__vraag__leerlingen__school__onderwijs__vinger

Burn-outklachten komen meer voor bij vrouwen die manager zijn dan bij mannen met dit beroep. De werkdruk is vooral hoog in het onderwijs en de gezondheids- en welzijnszorg, waar relatief veel vrouwelijke managers werken. Ook de emotionele belasting door het werk is in deze bedrijfstakken relatief hoog. Managers – vrouwen én mannen – hebben er relatief vaak te maken met een hoge werkdruk en emotioneel moeilijke situaties. Dat blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2015, die door CBS en TNO wordt uitgevoerd. 

Mensen met burn-outklachten voelen zich opgebrand door hun werk. Bij de vrouwelijke managers in het onderwijs gaf bijvoorbeeld 36,1 procent aan zich meerdere keren per maand leeg te voelen aan het einde van een werkdag. Ook zei 17,4 procent regelmatig emotioneel uitgeput te zijn of moe in de ochtend bij confrontatie met hun werk. Bij mannen lagen deze percentages 4 á 5 punten lager. Andere vermoeidheidsverschijnselen komen minder vaak voor, maar ook meer bij vrouwelijke dan bij mannelijke managers.

Managers stellen minder burn-outklachten te hebben dan gemiddeld. Van alle werknemers zei 13 procent burn-outklachten te hebben in 2015. Onder managers was dat 11 procent. Wel is het verschil tussen mannen en vrouwen bij managers relatief groot. Vrouwen met een managementberoep melden niet alleen meer burn-outklachten, ze ervaren ook een hogere werkdruk. Vaker dan mannen in het management geven zij aan extra hard of erg snel te moeten werken, of heel veel werk te moeten doen.

Vrouwelijke managers geven ook vaker aan dat ze weinig zelfstandigheid ervaren in hun werk. Zo geven vrouwen veel minder vaak dan mannen aan zelf hun verlof en werktijden te kunnen bepalen. Dat vrouwelijke managers minder autonomie hebben, heeft er deels mee te maken dat ze oververtegenwoordigd zijn in het onderwijs en de horeca. In die bedrijfstakken is de autonomie relatief laag. 

© Nationale Onderwijsgids