Normal_docent_werk_ontslag_leraar_lerares_werken_tas

De in april gemaakte loonafspraken liggen hoger dan in de eerste maanden van het jaar. Deze stijging is grotendeels toe te schrijven aan loonafspraken in twee overheids-cao’s (primair onderwijs en voortgezet onderwijs). Dat meldt werkgeversvereniging AWVN.

De door werkgevers en werknemers in april afgesloten cao’s kennen een loonafspraak van 1,76 procent. Dat is ruim boven het gemiddelde van 1,5 procent van de eerdere maanden van het jaar. De stijging is grotendeels toe te schrijven aan hoge loonafspraken (2,5 procent of meer) in twee overheids-cao’s (primair onderwijs en voortgezet onderwijs).

De hoge loonafspraken bij de overheid vloeien voort uit het zogenoemde ‘loonruimteakkoord’ dat het kabinet vorig jaar sloot met onder meer CNV en De Unie, maar niet met de FNV. AWVN constateert wel dat er behalve een forse loonstijging weinig andere zaken in de overheids-cao’s worden overeengekomen. Zo worden over de door zowel werkgevers als werknemers hoog geagendeerde duurzame inzetbaarheid nauwelijks afspraken gemaakt.

Afgezien van de uitschieters bij de overheid is de trend in het cao-jaar volgens AWVN een voortzetting van de afgelopen twee jaar en daarbij opmerkelijk stabiel. Loonafspraken in de marktsector bevinden zich vrijwel allemaal op de bandbreedte tussen 1,0 en 2,0 procent. In totaal werden afgelopen maand 17 nieuwe akkoorden gesloten. Het cao-seizoen verloopt tot dusver vloeiend. In 2016 lopen 418 cao’s af, voor 2 miljoen werknemers. Inmiddels hebben cao-partijen sinds 1 december 2015 voor 1,4 miljoen werknemers een nieuw akkoord bereikt.

© Nationale Onderwijsgids