kennisnet social media ncosm

Tijdens het Nationaal Congres Onderwijs & Sociale Media, dat half mei wordt gehouden in EYE in Amsterdam, worden verschillende sessies verzorgd door medewerkers van Kennisnet: Job Vos, Frank Evers, John Hanswijk en Eric Bulters. In dit artikel alvast een voorproefje. 

De visie van Kennisnet op de combinatie sociale media & onderwijs zou je kunnen omschrijven als nuchter-positief: Sociale media, je kunt er niet omheen, ze horen bij deze tijd, ze horen bij jongeren… dus maak er op een goede manier gebruik van in je onderwijs.

Gebruik sociale media omdat het iets oplevert, vanwege het rendement, niet alleen ‘omdat het zo leuk is’ of ‘omdat je mee moet gaan met de ontwikkelingen’. Denk na over hoe die inzet van sociale media op je eigen school kan bijdragen aan betere leerprestaties en verhoogde motivatie. Dat alles uiteraard op een manier die veilig is, in een veilige omgeving.

Juridische kaders
Job Vos krijgt als jurist bij Kennisnet veel vragen van leraren en bestuurders over wat er wel en niet mag bij het gebruik van sociale media in het onderwijs. Het blijkt een wijd verbreid misverstand dat er online een aparte wetgeving zou gelden, die van alles verbiedt. Het belangrijkste antwoord van Job op zulke vragen is: ‘online = offline’. Er is nauwelijks aparte wetgeving over het gebruik van sociale media; er mag net zoveel (niet) op internet als in de gewone wereld. Het grote verschil waar rekening mee moet worden gehouden, is dat online uitglijders minder snel of zelfs helemaal niet zijn te herstellen: internet ‘onthoudt alles’.
Het beste advies is daarom: Gebruik je gezonde verstand. Plaats niets op internet over leerlingen, leerkrachten of medewerkers, dat je in de kantine of in de schoolkrant ook niet zou zeggen of publiceren.

En hoe zit het met de privacyvoorwaarden? Wie leest de kleine lettertjes? Kun je dat aan de leerlingen zelf overlaten, of moet de school dat uitzoeken? Bijvoorbeeld bij een schoolproject waarbij Facebook, Hyves of Twitter ingezet wordt. Weet je wat er gebeurt met de foto’s die je plaatst? Welke rechten heeft Facebook om die te hergebruiken? En bovenal: hebben de ouders toestemming gegeven?

In de Facebook-voorwaarden staat 13 jaar genoemd als minimumleeftijd voor gebruikers; en verder dat liegen over de naam of leeftijd is in strijd met de voorwaarden. Er zijn basisscholen die toch Facebook gebruiken en daarmee gemakkelijk de moraal kunnen overbrengen dat op het op internet geoorloofd is om te liegen over je leeftijd. Niet doen, vindt Job.

Scholen komen ook met vragen over onwenselijk gebruik van sociale media – zoals bangalijsten of dreigtweets – en of ze daarvan aangifte moeten doen. Job vindt dat scholen zich niet moeten laten leiden door de angst voor zulke nieuwe fenomenen. Ze moeten hier verstandig mee omgaan, net zoals ze dat met offline ongewenst gedrag doen. De school is er – onder andere – om leerlingen op te voeden, daarvoor is ook ruimte nodig om fouten te kunnen maken en die vervolgens weer te herstellen. Scholen kunnen hun leerlingen daar juist bij begeleiden.

De grenzen van wat juridisch niet toelaatbaar is, staan in het Wetboek van Strafrecht. Binnen die grenzen kunnen scholen heel goed zelf ingrijpen als iets niet goed gaat. Dan moeten ze wel een vinger aan de pols houden bij wat er online zoal gebeurt tussen leerlingen. Er zijn scholen die met dat doel een socialemediateam hebben opgericht. Als er dan iets vervelends plaatsvindt, kan de school zo snel mogelijk reageren, net zoals ze dat zouden doen met een incident op het schoolplein.


Protocollen & afspraken
Frank Evers, programmamanager bij Kennisnet, ondersteunt scholen bij het formuleren van afspraken over de inzet van sociale media. Naast alle interessante mogelijkheden van sociale media, gebeuren er soms ook nare dingen mee. Dus moet je als school van tevoren bedenken hoe daarmee om te gaan en moet je daarover afspraken maken.

De roep vanuit schoolbesturen om hulp bij het opstellen van socialemediaprotocollen is groot. Frank benadrukt dat het eindproduct – een papieren of digitaal document – niet genoeg is. Het praten over welke afspraken je wilt maken is nog belangrijker dan het vastleggen ervan.
Kennisnet zal dan ook niet met een voorbeeldprotocol komen, dat scholen een beetje aan kunnen passen aan hun eigen situatie. Directie en leraren moeten met elkaar in dialoog – en leraren met hun leerlingen – over de vraag hoe sociale media gebruikt kunnen worden en hoe niet. Daarbij kunnen ze wel een handreiking gebruiken

Frank presenteert tijdens zijn sessie een checklist met onderwerpen die in dergelijke dialogen niet onbesproken mogen blijven. Daarbij zullen soms open deuren zitten, en soms ook eyeopeners.
Het gaat om zaken als:

  • Integratie met het pestprotocol van de school. Pesten op internet is niet wezenlijk anders dan pesten op het schoolplein, al zitten er natuurlijk andere implicaties aan vast.
  • Hoe gaan we om met privacy? Welke afspraken maken we over het gebruiken van foto’s van schoolactiviteiten? Daar zijn verschillende mogelijke oplossingen voor: toestemming vooraf vragen aan ouders, of bijvoorbeeld een deel van de website afschermen zodat alleen ouders toegang hebben. Er is niet één juiste keuze, je moet er samen over praten wat bij je school past.
  • Wat spreek je af over mobieltjes? Niet tijdens lestijd, of vanaf groep 7, of alleen als er een speciaal project is. Of… Daar moet je afspraken over maken. Als de ene leraar wel mobieltjes in de klas toelaat en de andere niet, krijg je problemen.

 

Hoe organiseer je het in de klas?
De sessie van John Hanswijk, relatiemanager mbo bij Kennisnet, gaat over hoe je in de klas omgaat met het socialemediaprotocol. Hoe hou je je aan de afspraken en hoe ga je om met dingen die niet goed gaan? John Hanswijk benadrukt hoe belangrijk het is dat leraren het gesprek met de klas aangaan, om leerlingen mediawijs te maken. Afspraken moet je vooral positief formuleren: ‘We zetten alleen mensen op de foto die dat oké vinden.’

Veel leraren hebben toch angst om sociale media te gebruiken, ze zijn bang dat het fout gaat. Het gaat ook wel eens fout; bijvoorbeeld bij het meisje dat haar stage kwijtraakte doordat ze twitterde dat een bekende Nederlander patiënt was in het ziekenhuis waar ze werkte. Een school kan leerlingen ervan bewust maken dat je als stagiaire hetzelfde beroepsgeheim hebt als andere ziekenhuismedewerkers. Bovendien ben je op stage als het ware ‘ambassadeur van de school’ en moet je je dus zo proberen te gedragen. Er is daarbij niet zoveel verschil tussen online en offline. Zo’n positieve insteek werkt beter dan het verbieden van ongewenst gedrag.

Wat te doen als leerlingen over je les twitteren (#saaaai)? Dat is heel directe feedback. Als je je niet beledigd voelt, kun je als leraar daar je lessen op aanpassen.

Sommige leraren zetten Twitter bewust in tijdens de les: Wie vragen of opmerkingen heeft, stuurt een tweet met een afgesproken hashtag. Eén leerling beheert de binnenkomende tweets. Vragen die vaker voorkomen, kunnen in de les behandeld worden; de leraar leest de rest naderhand door, zodat daar de volgende les op teruggekomen kan worden.

Deze manier van werken is best spannend: tweets over wat leerlingen van de les vinden, zijn direct te lezen op het digibord of het projectiescherm. Dat vergt lef van een leraar. Vooraf kan besproken worden wat zo’n andere aanpak betekent: dat leerlingen altijd feedback krijgen op vragen en opmerkingen over de lesstof. En dat alleen zinnige opmerkingen op de twitterwall thuishoren.

Ict-bekwaamheid en de inzet van sociale media
Hoe kun je het onderwijs interessanter, levendiger, effectiever en efficiënter maken met sociale media? Hoe anders moet je je onderwijs daarvoor inrichten en welke vaardigheden moet een leraar daarvoor in huis hebben? Dat zijn de vragen die in de sessie van Eric Bulters, relatiemanager mbo bij Kennisnet, aan bod komen.

Met sociale media krijg je meer interactie en meer samenwerking tussen leerlingen onderling en tussen leraar en leerlingen, binnen en buiten de klas.

Sommige leraren gebruiken Facebook (naast de ELO) om extra lesstof of filmpjes te plaatsen. Dat is voor leerlingen veel natuurlijker, omdat ze toch al op Facebook zitten. Zo worden de posts veel beter en sneller bekeken. Dit vergt van de leraar dat hij of zij met de privacyinstellingen om kan gaan, zodat niet ‘de hele wereld mee kan kijken’ en zodat de eigen vakantiefoto’s op een privé-account afgeschermd zijn voor de leerlingen.

De leraar moet ook aansprekende filmpjes kunnen zoeken en vinden, die niet te lang zijn voor de concentratieboog van zijn leerlingen. Zo nodig moet hij in staat zijn om filmpjes in te korten of te bewerken.

Sommige leraren zijn heel handig en bekwaam in het gebruik van sociale media, maar het breidt zich niet vanzelf uit als een olievlek. Voor een grote groep leraren ‘hoeft het allemaal niet’.

Scholen kunnen proberen dat te doorbreken door een goed scholingsaanbod, zodat alle leraren de basisvaardigheden beheersen en inzicht krijgen in de mogelijkheden.

Ict-vaardigheden krijgen een vaste plek in de organisatie door ze te borgen in de HR-cyclus en door er afspraken over te maken in het  persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) van elke leraar. De verwachting is dat zo het bewust inzetten van sociale media in de lessen goed van de grond kan komen.

Aan de slag
Bestuurders, schoolleiders en leraren die openstaan voor de inzet van sociale media in het onderwijs, en zeker willen weten dat ze dit goed en veilig zullen aanpakken, zijn van harte welkom bij de sessies van deze vier Kennisnet-medewerkers op het Nationaal Congres Onderwijs & Sociale Media. Job, Frank, John en Eric praten u graag bij over de juridische kaders, over afspraken en protocollen, over hoe leraren in hun les met schoolafspraken om kunnen gaan en over de ict-vaardigheden die daarbij nodig zijn. Ze hebben contact met scholen door het hele land en kennen daardoor veel inspirerende voorbeelden en de zaken waar scholen tegenaan lopen.

Sociale media kunnen bijdragen aan betere leerprestaties en verhoogde motivatie bij leerlingen en leraren, mits iedereen z’n gezonde verstand gebruikt bij de inzet ervan. En mocht dit nog niet voldoende zijn? Kijk dan op Kennisnet.nl/socialemedia en kom naar het Nationaal Congres Onderwijs & Sociale Media.

Job Vos, Frank Evers, Eric Bulters en John Hanswijk zijn van Kennisnet. Zij zijn sprekers op het Nationaal Congres Onderwijs & Sociale Media dat zal plaatsvinden van 14 t/m 17 mei 2013 in EYE te Amsterdam. Job, Frank en Eric zullen spreken op de congresdag voor het Primair Onderwijs op 15 mei en op de congresdag voor het Voortgezet en Middelbaar Beroepsonderwijs op 16 mei. John zal ook spreken op de congresdag voor het Voortgezet en Middelbaar Beroepsonderwijs op 16 mei. Voor meer informatie over dit congres gaat u naar www.ncosm.nl.

© Nationale Onderwijsgids