Normal_novum.26-3-2013.0036

DEN HAAG (Novum) - Een op de vijf basisscholen had vorig schooljaar minder dan honderd leerlingen. In totaal voldoen 1400 scholen niet aan de norm die de Onderwijsraad vorige maand aan staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker (VVD) adviseerde voor het sluiten van scholen, blijkt dinsdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Het aantal kleine scholen daalde tussen 1991 en 2001 fors, maar is de laatste jaren weer iets toegenomen. Een kwart van de veertienhonderd kleine scholen heeft minder dan vijftig leerlingen.

Groningen, Friesland, Drenthe en Zeeland hebben naar verhouding de meeste kleine scholen. Minstens de helft van de basisscholen zit daar onder de grens van honderd leerlingen. In andere dunbevolkte gebieden is een kwart tot de helft een kleine school. Het gaat dan om het oosten van het land, West-Friesland, de Zuid-Hollandse eilanden, het Gelderse rivierengebied en Midden-Limburg. In Zuid-Limburg is het aantal leerlingen sterk afgenomen, waardoor daar nu veel kleine scholen zijn.

De hoogste scholendichtheid is in Zuid-Holland te vinden. Daar kunnen inwoners in een straal van vijf kilometer gemiddeld uit ruim veertig basisscholen kiezen. Daarna volgen Noord-Holland, Utrecht en Flevoland. Voor Zeeuwen is de keus in die straal beperkt tot negen scholen.

De Onderwijsraad adviseerde Dekker om kleine scholen met minder dan honderd leerlingen uiterlijk in 2019 te sluiten. De scholen zouden geen bestaansrecht hebben omdat ze relatief duur zijn en de kwaliteit minder goed zou zijn dan op een grote school. Ook zou vaak genoeg een alternatief op redelijke afstand te vinden zijn.

De PvdA is het daar niet mee eens. PvdA-voorzitter Hans Spekman noemde kleine scholen van onschatbare waarde. De getallen van de Onderwijsraad zijn volgens hem eenzijdig.