DEN HAAG - Dinsdag had onderwijsminister Marja van Bijsterveldt het zwaar te verduren. Bijna vijf uren lang besprak de Eerste Kamer in haar aanwezigheid het wetsvoorstel passend onderwijs. Dat wetsvoorstel oogstte veel kritiek. Vragen kreeg Van Bijsterveldt vooral over de financiële middelen die nodig zijn om de zorg uit te voeren. Ook de inspraak van ouders was een belangrijk discussiepunt.
Met uitzondering van het CDA vinden de meeste partijen dat er duidelijkere richtlijnen moeten komen voor basisondersteuning. Nu kan dat per samenwerkingsverband verschillen. Deze landelijke richtlijnen zouden bijvoorbeeld in de wet verankerd kunnen worden.
Van Bijsterveldt gaf aan dit niet van plan te zijn, maar te willen monitoren in hoeverre de aangeboden zorg verschilt in de verschillende regio's. Daartoe zal de Evaluatie Commissie Passend Onderwijs (ECPO) de opdracht krijgen om in de volgende evaluatie na te gaan hoe basiszorg verschilt per samenwerkingsverband.
Of de Eerste Kamer gaat instemmen met het wetsvoorstel passend onderwijs, is nog onduidelijk. Dit zal volgende week blijken, wanneer over het voorstel gestemd wordt.
Via Nieuwsbank.nl
© Nationale Onderwijsgids / Richard Heeres
