In het voortgezet onderwijs en het hoger onderwijs is een belangrijk deel van deze investering bestemd voor docenten die een lerarenbeurs hebben aangevraagd om zich verder te ontwikkelen en te specialiseren. In het primair onderwijs en voortgezet onderwijs wordt de extra investering onder meer ingezet voor scholing en begeleiding van schoolleiders, bevorderen van financiële deskundigheid, certificering van opleidingen en registratie in het schoolleiderregister.

De overheid hecht veel waarde aan goede schoolleiders omdat zij cruciaal zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Zij zorgen ervoor dat docenten hun handen vrij hebben om te kunnen doen waar zij het beste in zijn: hun leerlingen kennis en vaardigheden bijbrengen en hen inspireren.

Het Actieplan Leerkracht van Nederland wordt onverminderd voortgezet. In 2013 komt er 58 miljoen euro bij. Met dit bedrag meegerekend staat de teller sinds 2009 op 829 miljoen euro extra structureel per jaar. Dit loopt op tot ruim 1 miljard euro in 2020. Dankzij dit budget kunnen docenten doorstromen naar een hogere functiegroep en grotere salarisstappen maken.

Ook zijn hun opleidingsmogelijkheden aanzienlijk verbeterd en wordt er geïnvesteerd in de kwaliteit van de lerarenopleidingen. In 2013 maken naar verwachting ruim 4000 docenten gebruik van een lerarenbeurs voor een voor een bachelor- of een masteropleiding.

De prestatiebeloning voor docenten is in het begrotingsakkoord 2013 geschrapt, evenals de bezuiniging op het passend onderwijs en de invoering van een sociaal leenstelsel in de masterfase. Scholen krijgen een jaar extra om zich voor te bereiden op de invoering van het passend onderwijs. Na instemming door de Eerste Kamer met de Wet Passend Onderwijs zijn scholen per 1 augustus 2014 verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.

© Nationale Onderwijsgids / Martijn van Noppen