Eind juli heeft de eerste kamer het wetsvoorstel OKE (ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie) goedgekeurd. Deze wet heeft als doel om jonge kinderen met een taalachterstand alle kansen te bieden om die taalachterstand in te halen. Het wetsvoorstel regelt een aantal zaken rond voor- en vroegschoolse educatie.

Gemeenten hebben een regierol bij het verzorgen van een goed voorschools aanbod voor alle jonge kinderen met een (taal)achterstand. Om dit aanbod te realiseren en om al deze kinderen te bereiken, maken gemeenten afspraken met peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en schoolbesturen. Verder gaan gemeenten afspraken maken met schoolbesturen over de resultaten van vroegschoolse educatie.

Het wetsvoorstel OKE wijzigt drie wetten:

  • In de Wet Kinderopvang wordt een kwaliteitskader voor peuterspeelzalen opgenomen evenals het toezicht van de gemeente daarop met de bijbehorende handhaving mogelijkheden. Verder worden in deze wet kwaliteitseisen voor voorschoolse educatie opgenomen.
  • In de Wet op het onderwijstoezicht wordt geregeld dat de Inspectie van het Onderwijs toezicht houdt op de kwaliteit van voorschoolse educatie.
  • In de Wet op het Primair Onderwijs wordt de regierol van gemeenten ten aanzien van het onderwijsachterstandenbeleid verstevigd en wordt de verantwoordelijk voor het aanbod en de toegankelijkheid van voorschoolse educatie neergelegd.

Afspraken met gemeenten
Het wetsvoorstel heeft grotendeels gevolgen voor de kinderopvang en peuterspeelzalen. Voor het onderwijs hebben de veranderingen met name betrekking op het maken van afspraken met gemeenten. Op grond van artikel 167 van de Wet op het primair onderwijs is voorschoolse educatie een onderwerp waarvoor een verplichting geldt tot het maken van afspraken in het Lokaal Educatief Overleg.

In gevallen waarin geen overeenstemming gevonden wordt bij de totstandkoming van de afspraken, heeft de gemeente - onder bepaalde voorwaarden - doorzettingsmacht ten aanzien van het vaststellen van de doelgroep, de werving en toeleiding naar voorschoolse educatie en de doorgaande leerlijn van voorschoolse naar vroegschoolse educatie en kan de werking van de afspraken uitgebreid worden naar partijen die zich in eerste instantie niet aan de afspraken hadden verbonden. De doorzettingsmacht geldt overigens niet voor het maken van subsidieafspraken op grond van het eerder genoemde artikel.

Meer informatie is te lezen op www.wetoke.nl

Bron: PO-Raad