Toegang tot digitaal lesmateriaal in het onderwijs moet goed geregeld zijn

Digitaal lesmateriaal is niet meer weg te denken uit het onderwijs. Om ervoor te zorgen dat leerlingen en leraren er optimaal gebruik van kunnen maken is een goed georganiseerde ict-omgeving essentieel. Een van de thema's waarvoor Kennisnet, PO-Raad, VO-raad en SIVON inzicht in ict-voorwaarden willen bieden draait daarom om toegang tot digitaal lesmateriaal. Dat meldt Kennisnet.

Toegang tot lesmateriaal – het klinkt eenvoudig, maar in werkelijkheid komt er een hoop bij kijken. Om het maximale uit digitaal lesmateriaal te kunnen halen, moet het veilig en toegankelijk zijn, goed werken en goed gebruikt worden. Ook moet het goed geïntegreerd kunnen worden in het bestaande systeem. Aan dit alles gaat heel wat vooraf. Van de lange keten aan verschillende partijen die dit mede organiseren en de eisen waaraan het materiaal moet voldoen, tot en met goed en veilig gebruik ervan op school.  

Juiste voorwaarden 

Scholen moeten ervoor zorgen dat de ict-systemen, het materiaal én het gebruik ervan in de praktijk aan de juiste voorwaarden voldoet. Met een helder overzicht van welke verantwoordelijkheden en voorwaarden er zijn om dit professioneel te organiseren, kunnen scholen in kaart brengen hoe hun organisatie ervoor staat en waar ze naartoe kunnen groeien.  

Bestaande keten van partijen 

Scholen kunnen hun lesmateriaal aanschaffen binnen de bestaande keten van partijen. Wanneer de school het lesmateriaal via de keten bestelt, gaat dat voor het primair onderwijs via Basispoort en voor het voortgezet onderwijs via Startschooljaar VO. Binnen deze keten worden talloze afspraken gemaakt, bijvoorbeeld over wat er geleverd moet worden, waar het aan moet voldoen en hoe het getest zal worden.  

Maar lesmateriaal kan ook buiten de keten om worden aangeschaft. Denk aan een leraar Frans die online interessant lesmateriaal heeft gevonden en daarmee wil werken. In dat geval ligt het proces niet vast, en moeten de leraar en school zelf zorgen dat het materiaal bruikbaar, toegankelijk en veilig is voor leerlingen.   

Professionaliseringsbeleid 

Ligt het lesmateriaal er eenmaal, dan gaat het om het gebruik in de praktijk. Zowel leerling als leraar moet ermee om kunnen gaan. Met een professionaliseringsbeleid voor leraren zorgt een school ervoor dat leraren zich kunnen bekwamen in het digitale lesmateriaal dat wordt gebruikt. Voor leerlingen moet er beleid zijn voor digitale geletterdheid, zodat leren omgaan met de digitale wereld, binnen en buiten de school.  

Bij alle stappen in dit proces komen veel verantwoordelijkheden en voorwaarden kijken. Door hier een helder overzicht van te hebben, weten bestuurders en ict-coördinatoren goed waar ze aan moeten voldoen en wordt er niets over het hoofd gezien. De Kennisnetwijzertool Inzicht in ict-voorwaarden helpt u de situatie op uw school in kaart te brengen en geeft u de mogelijkheid om uw groeipad uit te stippelen. Ook geeft de rapportage uit de tool een leidraad om met uw collega’s het gesprek aan te gaan over het verder professionaliseren van uw ict-inzet.  

ASKO-scholen 

Voor de ASKO-scholen is de Kennisnetwijzertool heel interessant, vindt Alex Kossenberg, adviseur ict. “Zo’n instrument helpt om te reflecteren op de inzet van ict op school en in onze stichting. Het drukt je met de neus op de feiten: wat zijn er voor voorwaarden, hebben we dat eigenlijk wel goed geregeld?”  

Starttraining 

De professionalisering van leraren wordt bij ict nog weleens over het hoofd gezien. Kunnen zij met het lesmateriaal uit de voeten, benutten ze het goed en brengen ze het goed over? Het is belangrijk dat scholen zich bewust zijn van het belang daarvan én wat ervoor geregeld moet worden. Denk aan een starttraining, maar ook aan het laten terugkomen in een beoordelingscyclus. “Het gaat verder dan alleen regelen”, zegt Kossenberg. “Onderhouden, verbeteren – het moet een cyclus zijn.”

Om de inzet van ict van begin tot eind goed te organiseren, is het van belang dat er niets over het hoofd wordt gezien – ook de kleine dingen niet. De tool kan een leidraad vormen om daarover in gesprek te gaan, denkt Kossenberg. “Het nodigt uit tot discussie met je collega’s: waar staan we, wat moeten we eigenlijk nog doen? En hoe willen we dat doen?”

Door: Nationale Onderwijsgids