Logo_cbs_logo_centraal_bureau_statistiek

In 2018 zijn er 13 duizend woningen ontstaan door transformatie van bestaande gebouwen, zoals kantoren, scholen en winkels. Het zijn vooral kleinere woningen, met een gebruiksoppervlak tot 50 vierkante meter. Bewoners van de gecreëerde woningen zijn doorgaans jong en alleenstaand. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS, bekostigd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit meldt het CBS.

De 13 duizend nieuwe woningen op de Nederlandse markt uit transformaties van bestaande panden vormen bijna 14 procent van alle woningen, die in 2018 aan de woningvoorraad werden toegevoegd. Het gaat om zelfstandige woonruimtes met aparte toegang en eigen voorzieningen, zoals een keuken en een badkamer. Overigens is nieuwbouw, met bijna 67 duizend woningen in 2018, nog altijd de belangrijkste factor voor groei van het aantal woningen.
 

Nieuwe woningen uit transformatie kantoren, ziekenhuizen en scholen

Ook in 2018 werden de meeste woningen uit transformatie gerealiseerd in voormalige kantoorgebouwen. In totaal ging het om bijna 5,5 duizend nieuwe woningen; 42 procent van alle woningtransformaties in dat jaar. Circa 21 procent van de transformatiewoningen werd gevestigd in voormalig maatschappelijk vastgoed, zoals voormalige ziekenhuizen of scholen.
 

Transformatie levert vaak kleine woningen op

De uit transformatie ontstane woningen hebben doorgaans een relatief kleine oppervlakte. Bij 43 procent was die minder dan 50 vierkante meter in 2018, terwijl ruim een kwart een oppervlakte van 50 tot 75 vierkante meter had. Het overgrote deel van de getransformeerde woningen betreft huurwoningen. Van de woningen waarvan het eigendom bekend was in 2017, was 10 procent in handen van woningcorporaties en 78 procent eigendom van verhuurders anders dan corporaties. De rest zijn koopwoningen. Van 1 op de 5 woningen was de eigendomssituatie na transformatie nog onbekend.
 

Bewoners meestal jong en alleenstaand

Van de transformatiewoningen in 2018 is 59 procent bewoond. Het gaat in deze gevallen vooral om eenpersoonshuishoudens (61 procent) en paren zonder thuiswonende kinderen (27 procent). In tegenstelling tot andere huishoudtypen steeg het aandeel paren zonder thuiswonende kinderen. Dit was in 2017 nog 23 procent. De meeste hoofdbewoners van transformatiewoningen zijn jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 27 jaar (47 procent). Ongeveer een derde van de bewoners is tussen 28 en 45 jaar. Ouderen vanaf 67 jaar wonen aanzienlijk minder vaak in transformatiewoningen (6 procent).
 
Door: Nationale Onderwijsgids