
Leraren besteden elke week 6 tot 8 uur per week aan administratie. Een derde van de leraren overweegt een andere baan te zoeken. Voor ruim een kwart van hen is administratie daarvoor de belangrijkste reden. Dat blijkt uit het rapport ‘Hoeveel tijd mag het kosten?’ van de Algemene Rekenkamer over administratieve lasten in het basisonderwijs. Dat meldt de Algemene Rekenkamer.
Gemiddeld besteden leraren bij een voltijdsaanstelling elke week 6 tot 8 uur aan administratie, met pieken in verschillende perioden in het jaar. Dat aantal uren ligt hoger dan in andere landen. Het Verenigd Koninkrijk, België en Australië zitten op iets meer dan 4 uur per week. Veel Nederlandse basisschoolleraren geven aan niet al hun werk af te krijgen tijdens werktijd, en doen dit dus deels in hun vrije tijd. Een derde van alle leraren geeft aan te overwegen van baan te willen wisselen. Ruim 80 procent van hen geeft daarvoor de administratieve taken aan als één van de redenen. Voor een kwart van hen is het zelfs de belangrijkste reden.
Verschillen zijn groot
Het gemiddelde van 6 tot 8 uur vertelt niet het hele verhaal, want de verschillen tussen leraren zijn groot. Een belangrijke reden voor deze verschillen ligt in de samenstelling van de klas van een leraar. Voor elke leerling met een extra ondersteuningsbehoefte besteedt een leraar gemiddeld 15 minuten per week meer aan administratie. Die tijd zit onder andere in het plannen, coördineren en evalueren van de ondersteuning. 13% van de leraren heeft meer dan 8 leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte in de klas.
Administratie
Bij alle grote administratieve taken weten leraren waarom ze de informatie moeten bijhouden. Ze staan vaak zelf ook achter die reden. Administratie helpt ze bijvoorbeeld om ouders, de inspectie of het schoolbestuur goed te informeren. Het kan ook helpen leerlingen de hulp te bieden die ze nodig hebben. De vraag is vooral of de opbrengsten van de administratie opwegen tegen de tijd die het leraren kost. Zij kunnen deze tijd immers maar één keer gebruiken. Andere belangrijke zaken kunnen in het geding komen, zoals het begeleiden van kinderen.
Een bekende politieke reflex om administratieve rompslomp tegen te gaan, is om op zoek te gaan naar administratieve taken die kunnen worden geschrapt. Maar dit gaat op basisscholen niet helpen. Er zijn nu al weinig wettelijke verplichtingen gesteld aan de administratie die leraren moeten doen. Bovendien biedt het schrappen van regels geen garantie dat het daadwerkelijk leidt tot het verdwijnen van de administratie. Zo is het maken van handelingsplannen bijvoorbeeld al jaren niet meer verplicht, maar op bijna alle scholen uit het onderzoek worden die nog steeds gemaakt, omdat ze ingeburgerd zijn geraakt op scholen.
Geen simpele oplossingen
Er zijn geen simpele oplossingen voor het terugdringen van de administratieve lasten voor leraren. Wel kunnen verschillende partijen helpen, elk vanuit hun eigen rol. Zo kan de staatssecretaris een realistische inschatting en leidraad maken van de administratieve lasten die beleid voor leraren met zich meebrengt. Hierbij is het ook belangrijk om vooral mee te wegen welke administratie scholen en schoolbesturen zelf gaan inrichten als gevolg van het nieuwe beleid.
Daarnaast is het wenselijk dat de staatssecretaris een bewustere afweging maakt tussen de opbrengsten van een maatregel en de daarbij komende administratieve lasten. De staatssecretaris zou met de Inspectie voor het Onderwijs verder kunnen gaan door niet alleen duidelijk te maken welke administratie níet hoeft, maar ook voorbeelden te verzamelen van hoe de administratie op een efficiënte manier gedaan kan worden.
Scholen kunnen ook veel zelf doen
De verschillen zijn groot, zowel tussen leraren als tussen scholen. Scholen kunnen dan ook zelf veel doen. Zij zouden, net als de staatssecretaris, zelf explicieter de baten en lasten van administratie tegen elkaar kunnen afwegen. De tijd die leraren hebben is schaars. Het is daarom belangrijk dat scholen duidelijke keuzes maken over wat leraren wel en niet aan administratie doen. Daarmee kan ook voorkomen worden dat leraren administratie doen puur “voor het geval dat”. Schoolbesturen kunnen helpen door te bepalen welke administratie de moeite waard is om te handhaven. Ze kunnen ook goede voorbeelden delen, en stimuleren dat scholen van elkaar leren.
Collegelid Barbara Joziasse denkt dat er veel te halen is door administratielast te verminderen, als dat op een slimme manier gebeurt: “Als de staatssecretaris en de scholen erin slagen om elke leraar bijvoorbeeld 1 uur extra per week vrij te spelen, zou dat 2.250 fte vrijmaken voor andere taken waarmee het onderwijs verbeterd kan worden en leerlingen kunnen worden begeleid. Dat kan, als zij kritische keuzes durven te maken over hoe een leraar zijn tijd optimaal besteedt.”
Door: Nationale Onderwijsgids