Normal_internationaal_kinderen_buitenland_allochtoon_2

Vaak wordt gedacht dat kinderen weinig belang hechten aan de (culturele en etnische) groep waar toe iemand behoort. Het promotieonderzoek van Jellie Sierksma laat echter zien dat kinderen vanaf 8 jaar al geneigd zijn om hun eigen groep meer te helpen dan leeftijdsgenoten die behoren tot een andere (etnische) groep. Haar onderzoek biedt handvatten om kinderen te stimuleren niet te discrimineren. Sierksma promoveerde op 27 februari aan de Universiteit Utrecht, zo meldt de universiteit. 

Sierksma ondervroeg 3170 kinderen in de leeftijd van 8 tot 13 jaar over verschillende situaties waarin een leeftijdgenoot hulp nodig had, bijvoorbeeld omdat hij of zij een opdracht op school niet goed snapte of hulp nodig had met zoeken naar een verloren fietssleutel. Kinderen vinden het ten eerste heel belangrijk dat mensen die hulp nodig hebben dat ook krijgen. Echter, wanneer de hulpvrager tot een ander groep behoort, bijvoorbeeld Turks was of in een andere klas zat, dan verwachten kinderen toch dat de eigen groepsgenoten meer helpen. Ook geven kinderen aan zelf eerder bereid te zijn groepsgenoten te helpen dan niet-groepsgenoten.

De promovenda geeft aan dat er aanknopingspunten zijn voor interventie, bijvoorbeeld door empathie te stimuleren voor het slachtoffer. Door simpelweg aan kinderen te vragen: “Hoe denk je dat hij of zij zich voelt?” verdwijnt de voorkeur om vooral eigen groepsleden te willen helpen. Het bevorderen van solidariteit tussen verschillende groepen in de samenleving zal pas effectief zijn wanneer we ons niet alleen bekommeren om leden van onze eigen groep. Hoe eerder dit gestimuleerd wordt, hoe beter.

©Nationale Onderwijsgids