UTRECHT - 250 duizend leerlingen op 800 basischolen in Nederland en Vlaanderen slaan op 18 april aan het rekenen tijdens de tiende editie van de Grote Rekendag. De leerlingen maken rekenopdrachten binnen het thema van dit jaar: dieren.
Lenie 't Hart van de zeehondencrèche in Pieterburen verzorgt op basisschool Het Anker in Zuidhorn in de provincie Groningen de landelijke start van deze dag. Deze tiende Grote Rekendag wordt georganiseerd door het Freudenthal instituut van de Universiteit Utrecht om leerlingen en leraren te laten ervaren dat rekenen leuk en uitdagend kan zijn.
In de groepen 5, 6, 7 en 8 gaan leerlingen onder meer aan de slag met de meetkunde van bijen, de zogenaamde ‘bijendans'. Met een bijendans laten bijen andere bijen weten waar honing te vinden is. De leerlingen krijgen informatie over hoe bijen daarbij te werk gaan, en gaan vervolgens zelf op zoek naar de ‘honing'.
Anders kijken naar lesstof
De uitdagende activiteiten van de Grote Rekendag zijn niet alleen prikkelend voor de leerlingen, maar ook voor hun leerkrachten. Het helpt hen anders te kijken naar de leerstof en de manier waarop hun leerlingen er mee omgaan. Meer redeneren, probleemoplossend en onderzoekend leren in de reken-wiskundeles vraagt extra inspanning, maar levert ook heel veel extra's op, niet in de laatste plaats meer plezier in de les.
Leerlingen redzaam maken
Rekenen staat in het basisonderwijs onder meer op het programma om leerlingen maatschappelijk redzaam te maken in een wereld vol met getallen en getalsmatige informatie. De Grote Rekendag laat zien hoe dergelijk onderwijs eruit kan zien. Op die manier helpt de Grote Rekendag scholen om reken-wiskundeonderwijs te verbeteren.
Op deelnemende scholen merken leerlingen dat rekenen veel meer is dan het maken van sommen uit een boek. Het onderzoeken van de leefomgeving van dieren kan bijvoorbeeld leiden tot spannende reken-wiskundeactiviteiten.
© Nationale Onderwijsgids / Martijn van Noppen
