Normal_10625

AMSTERDAM (Novum) - Artikel 23 van de grondwet, dat de vrijheid van onderwijs regelt, moet worden verruimd. Het moet ook mogelijk worden om scholen op te richten op basis van pedagogische visies of relatief nieuwe levensbeschouwelijke overtuigingen. Dat concludeert de Onderwijsraad, die zich boog over het grondwetsartikel.

"Het recht van leerlingen op goed onderwijs staat echter voorop", staat in het rapport 'Artikel 23 Grondwet in maatschappelijk perspectief'. "Een school die voldoende leerlingen weet te trekken en vooraf deugdelijk onderwijs garandeert, voorziet in een maatschappelijke behoefte en komt in aanmerking voor overheidsbekostiging", stelt de raad.

Bij de zogeheten pacificatie in 1917 werd openbaar en bijzonder onderwijs aan elkaar gelijkgesteld. Dit betekende dat scholen mochten worden gesticht op basis van een 'levensbeschouwelijke of religieuze oriëntatie'. In de praktijk was dit vooral van toepassing op christelijke scholen.

Volgens de Onderwijsraad is het grondwetsartikel bijna een eeuw later nog steeds van grote waarde, maar wel aan herziening toe om beter te passen bij de moderne tijd. In het rapport wordt gepleit voor een systeem van 'richtingvrije scholenplanning'. Daarbij bepaalt niet de levensbeschouwelijke visie, maar de vraag of een school voldoende leerlingen weet te trekken en maatschappelijk draagvlak heeft of een school in aanmerking komt voor overheidsbekostiging.