Het zelf maken van een computerspelletje is motiverender voor leerlingen dan het spelen ervan. Het is een eigentijdse manier voor scholieren om het geleerde vast te houden.

Dat blijkt uit onderzoek van onderwijskundige Nienke Vos van de Radboud Universiteit Nijmegen. De resultaten worden gepubliceerd in het eerste nummer van 2011 van het wetenschappelijke tijdschrift Computers & Education.

Door het spelen zijn leerlingen actief bezig met hun leerproces. Ze worden gemotiveerd door het spel en werken spelenderwijs aan opbouw en vermeerdering van kennis.

Het maken van computerspelen is zelfs belangrijker voor het leren dan het spelen ervan, zo blijkt uit het onderzoek. Toch zijn educatieve spellen of games nog nauwelijks geaccepteerd in het onderwijs.

Aan het onderzoek werkten 235 leerlingen uit de groepen 7 en 8 van vier Nederlandse basisscholen mee. Ze kregen allemaal een introductieles over spreekwoorden. Daarna mochten ze zelf spreekwoorden verzamelen en de betekenis ervan opzoeken. Vervolgens maakte de helft van de leerlingen een eenvoudig spelletje op de computer, de andere helft speelde een sleepspel over spreekwoorden.

Leerlingen die zelf een spel maakten, vonden de les leuker én gebruikten meer leeractiviteiten dan de leerlingen die het spel speelden. Nienke Vos legt uit: ‘Dat komt omdat de leerlingen die het spel gemaakt hebben veel meer zelf hebben moeten doen. Ze verplaatsen zich in de rol van de maker. Het werken aan de game wakkert hun diepe leerstrategie aan.‘

Gamespelers waren na afloop juist minder gemotiveerd. Vos: ‘Spelen kan motiverend zijn, maar dan moet het spel wel voldoen aan een aantal kenmerken. Zo mag het niet te makkelijk, maar ook niet te moeilijk zijn, moet het aansluiten bij het niveau van de leerling, en moet het er aantrekkelijk uitzien. Dit alles maakt uit of een leerling uitgedaagd wordt of niet.'

Onderwijzenden zouden volgens Vos meer handvatten aangereikt moeten krijgen voor het werken met educatieve games.