Overgewicht bij kinderen is een groeiend probleem, ook in Nederland. Er is daarom veel aandacht voor preventie van overgewicht. In haar promotieonderzoek, dat zij vrijdag 19 november verdedigt, heeft Jessica Gubbels gekeken naar factoren in de thuis- en kinderdagverblijfomgeving die tot overgewicht kunnen leiden bij jonge kinderen (0-7 jaar).

Borstvoeding beschermt tegen overgewicht, waarschijnlijk doordat borstvoeding later snackgedrag beïnvloedt. Het stimuleren van gezond gedrag door ouders bleek verder effectiever dan het beperken van ongezond gedrag. Het onderzoek is gebaseerd op het KOALA Geboortecohort Onderzoek (www.koala-study.nl) en observaties in kinderdagverblijven.

Dat borstvoeding een beschermend effect heeft tegen overgewicht op latere leeftijd is al eerder aangetoond. Dit onderzoek toont aan dat kinderen die borstvoeding hebben gehad op latere leeftijd minder tussendoortjes eten dan kinderen die flesvoeding hebben gehad. Dit geldt zowel voor zoete als hartige tussendoortjes (denk aan nootjes, chips, koek en snoep).

Bovendien blijkt: hoe langer kinderen borstvoeding hebben gehad, hoe minder de kinderen ‘snacken' en hoe beter ze beschermd zijn tegen overgewicht op latere leeftijd. Het voedingspatroon (voeden op verzoek van de baby of volgens een vast tijdsschema) heeft geen invloed op het latere snackgedrag en de kans op overgewicht.

In het onderzoek is ook gekeken naar de thuisomgeving en de ontwikkeling van voedings- en bewegingsgewoonten van jonge kinderen. Het blijkt dat er al op jonge leeftijd een verband bestaat tussen voeding en beweging. Al op 2 jarige leeftijd zie je een verband tussen verschillende gezonde eetgewoontes (eten van groente, fruit en bruin brood).

Ook andersom is een relatie zichtbaar: Ongezonde voedingsgewoontes (het nuttigen van frisdrank en tussendoortjes) gaan vaak samen met meer computergebruik en televisiekijken.

Ook de ouders spelen hierbij een rol. Kinderen van moeders met overgewicht of lager opgeleide moeders (van vaders was geen informatie over opleiding beschikbaar) vertonen vaker ongezond gedrag en scoren minder goed op gezonde activiteiten.

Ook de aanpak van de ouders speelt een grote rol bij het voorkomen van overgewicht. Gebleken is dat het stimuleren van gezond gedrag door ouders beter werkt dan het verbieden of beperken van ongezond gedrag. Als kinderen hierin aangemoedigd worden bewegen de ze meer en eten ze gezonder.

Opvallend is dat deze aanpak vooral goed werkt bij kinderen die afwijken van de ‘norm' (denk aan kinderen die te zwaar zijn, slechte eters of kinderen met gedragsproblemen). Het verbieden van ongezond gedrag (geen televisie mogen kijken of niet mogen snoepen) werkt minder goed of zelfs averechts voor deze kinderen.

In dit onderzoek is gevonden dat kinderen die naar een kinderdagverblijf gaan iets vaker overgewicht hebben, dan kinderen die niet naar een kinderdagverblijf gaan. Medewerkers van het kinderdagverblijf hebben, net als de ouders, een voorbeeldfunctie al het gaat om gezonde leefgewoontes.

Bron: Universiteit Maastricht