Late tracking in het onderwijs bevordert onderwijssucces van meisjes

De inrichting van het onderwijssysteem, en specifiek het moment waarop scholieren in onderwijsniveaus worden ingedeeld (leeftijd van ‘tracking’), heeft veel invloed op genderongelijkheid in onderwijssucces. Tracking op een latere leeftijd lijkt bij te dragen aan het toenemende onderwijssucces van meisjes. Dit concludeert Lotte Scheeren in haar promotieonderzoek. Dit meldt de Universiteit van Amsterdam.

Waar je in Nederland al op je 12de moet kiezen voor een specifiek onderwijstraject als vmbo, havo of vwo, is dat in Italië op je 14de en in Zweden pas als kinderen 16 zijn.
 

Kiezen in een moeilijke fase

Scheeren deed vier empirische studies om inzicht te krijgen in genderverschillen in het onderwijs. “In mijn onderzoek ben ik ervan uitgegaan dat de leeftijd van selectie van invloed is”, licht Scheeren toe. “Jongens en meisjes ontwikkelen zich op verschillende tempo’s en langs andere paden, en ze gaan dan ook op verschillende momenten door moeilijke fases heen. Wanneer een belangrijk keuzemoment precies samenvalt met een moment dat dan wel jongens dan wel meisjes in een lastige fase zitten, kunnen relatief kleine verschillen tussen jongens en meisjes op jonge leeftijd zich binnen bepaalde schoolsystemen omzetten in grote verschillen in onderwijssucces op latere leeftijd.”
 
In haar onderzoek komt Scheeren tot aantal belangrijke deelconclusies:
  • Als het moment van tracking relatief laat is, is het aantal voltooide jaren opleiding van meisjes hoger ten opzichte van jongens dan wanneer het moment van tracking op een eerder moment plaatsvindt.
  • Latere tracking vermindert zogenoemde horizontale gendersegregatie: zowel mannen als vrouwen gaan eerder een studierichting volgen die gedomineerd wordt door het andere geslacht. 
  • Tracking, ongeacht de leeftijd waarop het plaatsvindt, is tot op zekere hoogte sowieso gunstig voor vrouwen.
  • Een latere leeftijd van tracking vermindert sociale ongelijkheden in leerprestaties voor meisjes, maar heeft geen invloed op sociale ongelijkheid voor jongens. 
 
“Toekomstig onderzoek moet gaan bekijken in hoeverre de onderwijsuitkomsten van jongens, en zeker van jongens uit lage sociale klassen, gestimuleerd kan worden in deze laat-trackende systemen", aldus Scheeren.
 
Door: Nationale Onderwijsgids