Tweede Kamer bespreekt nieuw bekostigingssysteem voor middelbare scholen

De berekening van het bedrag waarop middelbare scholen recht hebben moet simpeler. Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs) bespreekt zijn voorstel voor een nieuw bekostigingssysteem met de Kamer. Dit meldt de Tweede Kamer.

De verdeling van het geld over middelbare scholen is erg ingewikkeld en gaat op de schop. Slob wil dat vanaf 1 januari 2022 scholen gelijke bedragen krijgen voor eenzelfde type leerlingen. Daarnaast krijgen scholen voortaan één vast bedrag voor de hoofdvestiging en één vast bedrag voor nevenvestigingen.
 
We hebben tien jaar gepraat over een vereenvoudiging van het bekostigingssysteem, zegt Slob. De Kamer verwelkomt de poging tot versimpeling. Het oude systeem was een "ingewikkelde brij" waarvan niemand precies wist hoe het werkte, aldus Van Meenen (D66).
 

Onderwijskwaliteit

Bereik je met een nieuw bekostigingsmodel ook beter onderwijs? Kwint (SP) is er niet gerust op. Nu potten scholen geld op dat ze eigenlijk zouden moeten besteden om het lerarentekort terug te dringen of leraren beter te betalen. Dat zal met een nieuw soort bekostiging niet veranderen, denkt Kwint.
 
Denk ook aan startende scholen, zegt Bisschop (SGP). Zij zullen in het begin vaak weinig leerlingen hebben en daardoor in het nieuwe systeem een relatief lage bijdrage krijgen. Slob is bereid om daarnaar te kijken.
 

Brede scholen

Brede scholen, die verschillende schoolsoorten zoals vmbo en vwo naast elkaar aanbieden, kunnen erop achteruitgaan in het nieuwe systeem. Van Meenen (D66) schetst het probleem: een breed aanbod kost meer geld, waardoor de prijs per leerling hoger is, maar daar houdt de nieuwe bekostiging geen rekening mee.
 
In brede brugklassen zitten leerlingen van verschillende niveaus bij elkaar. Het risico bestaat dat scholen een financiële prikkel krijgen om hiermee te stoppen, vreest Van den Hul (PvdA). Dat kan de kansenongelijkheid voor leerlingen vergroten, omdat ze minder makkelijk naar een ander schoolniveau kunnen overstappen binnen dezelfde school. Van den Hul ziet een "bredescholenbonus" als oplossing.
 
Uit de berekeningen blijkt dat veel brede scholengemeenschappen er gewoon op vooruit zullen gaan, maar dat is wel afhankelijk van het aanbod, het aantal leerlingen en het aantal vestigingen, zegt Slob.
 

Geïsoleerde scholen

Het nieuwe stelsel voorziet in een toeslag voor de zogenoemde geïsoleerde scholen. Een school komt daarvoor in aanmerking als er binnen een straal van 8 kilometer geen andere school is die hetzelfde type onderwijs aanbiedt. Dat moet scholen in krimpregio's, die vaak kampen met teruglopende leerlingenaantallen, tegemoetkomen. Bereken die 8 kilometer niet hemelsbreed, stelt Westerveld (GroenLinks) voor, maar kijk naar de echte fietsafstand voor leerlingen.
 
Heerema (VVD) en Rog (CDA) vragen specifiek aandacht voor de provincie Zeeland. Daar hebben leerlingen soms wel anderhalf uur reistijd naar school en hebben scholen weinig groeicapaciteit. Maar scholen kunnen elkaar daar ondersteunen door samen te werken, zegt Slob, en alle scholen in Zeeland samen gaan er in de berekeningen op vooruit.
 
De Kamer stemt op 2 juli over het wetsvoorstel en de motie die tijdens het debat is ingediend.