Logo_14718831_1772585592992918_3379248720837264401_n

De vwo-afdeling van NSG Groenewoud werd samen met drie andere scholen, bestempeld tot een superschool door Elsevier Weekblad. Ook andere afdelingen van de Nijmeegse school staan goed aangeschreven. Wat doet NSG Groenewoud zo goed, en wat kunnen we hiervan leren?

“Het was de mooiste week van mijn leven tot nu toe”, stond er op het evaluatiebriefje van een jongen uit VMBO 3. Hij had gewerkt voor het productiebureau van musical Aladdin van NSG Groenewoud. Naast hem zorgden 244 andere leerlingen ervoor dat de stadschouwburg vier dagen gevuld was met een enthousiast publiek.

Zichtbaar geraakt praten rector Hanneke Arpots en afdelingsleider Tons Janssen erover. “De leerlingen voelen dat ze allemaal belangrijk zijn. Anderhalf jaar lang hebben ze er samen aan gewerkt. Er waren zeven disciplines, waaronder het spel, het orkest, het decor en de fotografie”, vertelt Arpots.

De driejaarlijkse musical is belangrijk voor de Nijmeegse school die bekend staat als ‘musicalschool’. Toch doen ze veel meer, zegt de rector. “We willen leerlingen leren om creatief te denken, ook in andere vakken. Het is belangrijk dat ze een open houding hebben, en denken dat in principe alles kan.”

Ze vindt het ook belangrijk dat kunst, cultuur en techniek elkaar ontmoeten. Daarom organiseren ze expo’s met Kleinkunstig, een organisatie die onder andere workshops, voorstellingen en cultuurdagen verzorgt in het voortgezet onderwijs, net zoals zusterorganisatie Grote Broer dat doet in het basisonderwijs.

Waarom is de creatieve aanpak zo belangrijk voor NSG Nijmegen? Wat willen jullie leerlingen meegeven?  
Arpots: “Leerlingen krijgen hier de kans om zich te laten zien; de school hangt vol met kunstwerken van ze. De kinderen zijn trots op zichzelf. En muziek – iets waar we ook veel aandacht aan besteden – verbindt. Elke donderdag is er open podium in de middagpauze, in een speciale zaal voor theater, film en dans. Er hangt hier een sfeer die anders is dan in andere scholen, en leerlingen kunnen zich breed ontplooien.”

Die brede ontplooiing lijkt ook centraal te staan in de expo die jullie organiseren. Wat is jullie doel?
Janssen: “We willen kinderen laten zien wat voor vernieuwende dingen er op de markt zijn. Daarom werken we samen met Kleinkunstig en een klein groepje leerlingen. Kinderen kunnen workshops volgen, en ze maken kunstwerken samen met kunstenaars.

Wat voor vernieuwends krijgen ze te zien?
Janssen: “Een voorbeeld is de workshop Virtual reality van Kleinkunstig. De techniek wordt gebruikt in de medische wereld en de luchtvaart. Leerlingen maakten zelf een virtual reality-film, en ontdekten zo wat mogelijk is. En in de workshop Hololens maakten ze hologrammen, en die zagen ze in de echte wereld.

Jullie zeiden net dat leerlingen bij de organisatie van de expo betrokken waren. Het lijkt belangrijk te zijn; tijdens de musical stonden ook alleen maar leerlingen op het podium.
Janssen: “We willen leerlingen het vertrouwen geven. Ze werken vanuit een intrinsieke motivatie, en ze leren ervan. Kleinkunstig gaf de negen leerlingen van het productiebureau alle ruimte. De organisatie van de XPO duurde hierdoor wat langer, maar de inbreng van leerlingen was waardevol. Ze kennen hun school goed, en weten welk lokalen geschikt zijn voor een bepaalde workshop.” 
 
Is er verder iets wat jullie leerlingen meegeven? 
Arpots: “Dat het goed is om iets voor een ander te doen. Daarom hebben we bijvoorbeeld Werkenrode (voortgezet speciaal onderwijs) betrokken bij de musical, een school voor jongeren met een beperking. We krijgen terug van onze leerlingen dat ze het maatschappelijke profiel belangrijk vinden. “Voor het belangrijkste wat ik heb geleerd, kreeg ik geen cijfer”, zei een leerling in een video die ze maakte voor de diploma-uitreiking.
 

(Dit is een advertorial)