Normal_geld__pennen__contract__afspraak

De Amsterdamse leraren- en scholenbeurzen zijn weinig effectief geweest. Het is onduidelijk of het geld de professionaliteit en de kwaliteit van het onderwijs heeft verbeterd. Dat blijkt uit onderzoek van de Amsterdamse Rekenkamer. Dit meldt Het Parool.

Vanaf 2015 kunnen leraren en scholen in Amsterdam financiële ondersteuning voor het verder professionaliseren en het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. De leraren en scholen mogen zelf bepalen hoe ze het bedrag besteden. Leraren kunnen bijvoorbeeld cursussen volgen, een nieuwe lesmethode project opzetten of stage lopen in een ander bedrijf. Scholen kunnen extra aandacht besteden aan taalonderwijs, een nieuw schoolplan opstellen of experts inhuren om de basiskwaliteit van het onderwijs te verbeteren. In totaal is er 21,6 miljoen euro uitgegeven.
 

Kritiekpunten

Kritiekpunten van de Rekenkamer betreffen de openheid van de subsidies en het delen van de verworven kennis. Omdat het om open subsidies ging, is het niet duidelijk of de beurzen tot verbetering van het onderwijs hebben geleid. Dat effect is niet te meten. Daarnaast is er te weinig kennis gedeeld met ander belanghebbenden, ziet de Rekenkamer. 
 
Aanbevelingen
De Rekenkamer komt met drie aanbevelingen voor de voortzetting van de beurzen: de verwachting van de gemeente moet duidelijker worden, alle scholen en leraren moeten worden meegenomen, en het delen van kennis moet worden gestimuleerd. 
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids