Normal_voortijdige_schoolverlater

Ziekteverzuim is wat omvang betreft een groter probleem dan spijbelen. De nieuwe methode M@ZL (Medische Advisering van de Ziekgemelde Leerling) moet het ziekteverzuim onder leerlingen terugdringen door het regelen van goede zorg, begeleiding en eventueel onderwijskundige aanpassingen. Jeugdarts Yvonne Vanneste, werkzaam bij GGD West-Brabant, promoveerde op 5 november met haar proefschrift dat deze methode beschrijft. Dat meldt GGD GHOR.

De methode M@ZL brengt een groep leerlingen in beeld die met de juiste aandacht en begeleiding geholpen zijn. “Het maakt een groep kinderen zichtbaar die we eerst niet in beeld hadden. Hierdoor leveren we een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van voortijdige schoolverlaten en het afglijden in schoolniveau”, zegt Vanneste. Tijdige signalering is hierbij van essentieel belang. Dit is niet alleen om te voorkomen dat kinderen uitvallen, maar ook om ervoor te zorgen dat kinderen en ouders op tijd de juiste hulp krijgen.

Bij kinderen die vaak of lang ziek zijn spelen vaak verschillende problemen een rol. Uit het onderzoek van Vanneste blijkt dat op het vmbo iets minder dan de helft van de regelmatig verzuimende leerlingen een diagnose heeft als astma, migraine, Pfeiffer of ADHD. Het ziekteverzuim wordt bij meer dan de helft van de leerlingen veroorzaakt door psychische of lichamelijke klachten. Tegelijkertijd ervaart een groot deel van deze groep problemen thuis of op school. Leerlingen met een hoog ziekteverzuim blijken dan ook een risicogroep voor voortijdig schoolverlaten of het afglijden in schoolniveau: 30 procent van deze groep verlaat het vmbo zonder diploma.

In de methode M@ZL worden een aantal basisprincipes gehanteerd. Volgens vaste criteria voor verhoogd verzuim gaat de mentor altijd tijdig in gesprek met de leerlingen en ouders. Vervolgens kan de jeugdarts om advies gevraagd worden, samen maken zij een plan van aanpak. Daarin staan afspraken over zorg en begeleiding van de leerling en het volgen van de leerling totdat het weer goed gaat. Bij de methode is aandacht voor wat het kind nog wel kan en welke hulp het kind en de ouders nodig hebben.

© Nationale Onderwijsgids