Honderden vmbo-scholieren wordt jaarlijks de toegang tot het havo geweigerd, terwijl ze over een geldig diploma beschikken. Zij worden de dupe van aanvullende eisen die havo's stellen aan vmbo-scholieren die willen doorstromen.

Dat meldt het VARA-programma ‘De Ombudsman' vrijdagavond. De wet op het voortgezet onderwijs schrijft voor dat de Theoretische Leerweg (het hoogste niveau van het vmbo) leerlingen moet voorbereiden op het havo. Maar in de praktijk werpen scholen allerlei blokkades op voor vmbo-scholieren die willen doorleren op het havo.

Uit onderzoek van het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ECBO) blijkt dat 94 procent van de havo's aanvullende eisen stelt naast het vmbo-TL-diploma. Zij vragen bijvoorbeeld een cijfergemiddelde van een 6,5 of een 7 en soms zelfs een 8. Ook wordt het oordeel van de mentor en docenten of het vakkenpakket van de scholier in kwestie meegewogen.

Een tiende afgewezen
Jaarlijks stromen zo'n 9.000 leerlingen van het vmbo door naar het havo. Ongeveer duizend van hen (11 procent) voldoen niet aan de gestelde eisen.

Scholen zeggen de extra toelatingseisen te stellen, omdat niet alle scholieren met een vmbo-TL-diploma gekwalificeerd zijn voor het havo. Leerlingen die niet aan de eisen voldoen, zijn gedwongen een mbo-opleiding te gaan volgen. De route havo wordt voor hen afgesloten, zonder dat scholieren of hun ouders daar zelf iets over te zeggen hebben.

Onderwijsadvocate Katinka Slump zegt in ‘De Ombudsman' dat scholen hun onderwijsvrijheid misbruiken. "Scholen moeten doen waarvoor ze bekostigd worden: kinderen helpen om kansen te grijpen in plaats van selecteren", aldus Slump. Volgens haar is de wet klip en klaar, maar laat het ministerie van Onderwijs na in te grijpen. "Iemand moet zeggen: ‘Kijk nou eens goed wat er in de wet staat. Dit kan niet'."

Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) opent vrijdag een meldpunt voor VMBO-scholieren die zijn geweigerd door een havo. Het LAKS protesteert al langer tegen de normen die havo's stellen. Volgens de scholierenvakbond moeten scholen de doorstroming niet belemmeren, maar hun leerlingen beter begeleiden en, indien nodig, bijspijkeren na het behalen van het vmbo-diploma.