Het ministerie heeft besloten om de verwijsindex risicojongeren (VIR) kwalitatief te laten toetsen. Onlangs is een eerste, kleinschalige proef gestart met de kwaliteitsmonitor.

De VIR wordt inmiddels intensief gebruikt en op 1 augustus 2010 is de wet in werking getreden waarin de verwijsindex is geborgd. Maandelijks wordt de verwijsindex kwantitatief gemonitord om zicht te krijgen op het aantal aangesloten gemeenten, het aantal meldingen en matches, en welke instantietypes de meldingen hebben gedaan. Deze aantallen zeggen echter niets over wat er na de match gebeurt. Om inzicht te krijgen in het proces van samenwerking na de match is een kwalitatieve toets nodig.

Doel
Het ministerie wil de kwaliteitsmonitor uitdrukkelijk niet gebruiken om de lokale samenwerkingsverbanden te evalueren. Doel van de monitor is antwoord te krijgen op de vraag of een match tussen twee of meer professionals uiteindelijk leidt tot een (betere) samenwerking en een betere zorgverlening aan het kind.

Uitvoering
Bureau Het Atelier uit Utrecht neemt steekproefsgewijs telefonisch contact op met professionals (meldingsbevoegden) voor een kort interview. De professionals worden bevraagd op de items:

  • Handreiking Melden
  • Privacy
  • Ketensamenwerking
  • Geïntegreerde Hulpverlening

Het Atelier heeft veel ervaring met de VIR, is bekend met de context waarbinnen de verwijsindex wordt gebruikt en is voor een belangrijk deel op de hoogte van samenwerkingsafspraken in de verschillende regio's.

Vervolg
In augustus 2010 is gestart met de eerste kwaliteitsmonitor. Naar aanleiding van de resultaten zal het ministerie besluiten of de monitor vaker en met vaste regelmaat gaat plaatsvinden.

Bron: Jeugd en Gezin