Normal_leerling_scholiere_verveeld_voortijdige_schoolverlater

(Novum) - Voor voortijdig schoolverlaters moet er een andere manier komen om toch voorbereid te zijn op de arbeidsmarkt. Ook moet een zogenoemde startkwalificatie op een flexibeler manier zijn te verkrijgen. Dat stelt de Onderwijsraad in een advies dat donderdag is aangeboden aan staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker (VVD).

Jaarlijks verlaten ongeveer 36 duizend jongeren hun school zonder startkwalificatie, minimaal een diploma op mbo 2-niveau. De Onderwijsraad denkt dat deze groep voortijdige schoolverlaters de komende tijd gaat groeien en adviseert daarom met alternatieven te komen.

Sommige jongeren zijn volgens de raad niet in staat een startkwalificatie te halen. Voor hen moet een traject komen waarin het onder begeleiding leren op een stageplek centraal staat. Jongeren krijgen volgens de raad zo basisvaardigheden aangeleerd. Daarnaast worden ze geschoold in taal en rekenen, maar dan toegepast op het werk dat ze doen.

Andere jongeren zijn wel in staat een startkwalificatie te halen, maar niet op de standaardmanier en binnen de termijn. Meer flexibele routes naar het halen van hun diploma moet hun kansen vergroten. De raad pleit voor het officieel maken van het verlengde vmbo, waarbij de overgang van vmbo naar mbo wordt versoepeld door de vertrouwde omgeving van de leerlingen te handhaven tot het behalen van de startkwalificatie op mbo 2-niveau. Hiermee wordt sinds de zomer van 2008 geëxperimenteerd.

Verder moet er een speciaal programma komen voor leerlingen die uitvallen in mbo 2. Een overgangsperiode voor de invoering van de streefniveaus taal en rekenen voor het voortgezet speciaal onderwijs, de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerwegen in het vmbo en mbo-niveau 1 en 2 moet er daarnaast voor zorgen dat niet onnodig veel jongeren uitvallen.

Ook moet de bekostiging van mbo-scholen in de gaten worden gehouden. Mbo-scholen krijgen geld voor elke leerling die slaagt. Hoe langer leerlingen er onderwijs volgen, hoe minder geld ze krijgen. De raad adviseert de bekostiging minder afhankelijk te maken van de tijd die leerlingen nodig hebben als scholen bijvoorbeeld te trage leerlingen gaan weren.