Staatssecretaris Dekker verwacht nog deze kabinetsperiode een wetsvoorstel in te dienen voor een richtingvrije planning. Als voldoende ouders daartoe een aanvraag indienen, kan een nieuwe school worden gesticht zonder dat het begrip richting daarbij een rol speelt.
Dit schrijft de staatssecretaris in een brief aan de Tweede Kamer in reactie op het Onderwijsraadadvies over artikel 23. De tekst van het uit 1917 stammende artikel behoeft volgens Dekker geen aanpassing, maar het is wel nodig de uitwerking ervan in wetgeving op elementen te herzien en ‘naar de huidige tijd te vertalen’.
Dekker wil de grondslag om een nieuwe school te stichten verruimen: schoolbesturen en ouders krijgen de mogelijkheid een school te stichten zonder dat de godsdienstige of levensbeschouwelijke richting hierbij een rol speelt. Zo wordt het mogelijk een school op te zetten op grond van een onderwijsfilosofie, met bijvoorbeeld extra aandacht voor ICT of excellentie. Dekker hoopt hiermee dat het scholenbestand in de toekomst een betere afspiegeling van de samenleving vormt.
Bij de verdere uitwerking van richtingvrije planning zal Dekker het aspect van doelmatigheid een belangrijke rol laten spelen. Het is niet de bedoeling dat investeringen gedaan worden die niet doelmatig blijken te zijn. Daarbij moet ook worden onderzocht wat de invloed van het stichten van een nieuwe school op de andere scholen in de omgeving is. De stichting van een school kan een enorme belasting zijn voor al bestaande scholen, zeker in gebieden die te maken hebben met krimp. De staatssecretaris geeft aan te willen voorkomen dat de invoering van de richtingvrije planning de krimpproblematiek verergert.
De invoering van richtingvrije planning betekent een grote stelselwijziging. Bij de voorbereiding van het wetsvoorstel zullen mogelijke positieve en negatieve gevolgen uitgebreid onderzocht worden.
