De werkgevers uiten in het actieprogramma 'Naar versterking van het vmbo' hun zorgen over de toekomst van het vmbo. De leerlingenaantallen in de beroepsgerichte leerwegen lopen terug door krimp en door opwaartse druk vanuit ouders en scholen. Daardoor verschraalt ook het aanbod aan programma’s.

AANTREKKELIJKER MAKEN VMBO
Ouders willen hun kind vaak zo hoog mogelijk geplaatst zien en ook scholen worden geprikkeld tot een zo hoog mogelijke opleidingskeuze van leerlingen, omdat dit positief is voor de beeldvorming van de school. Als leerlingen met bijvoorbeeld een havo-advies bewust voor een beroepsgerichte opleiding kiezen, worden scholen er door de inspectie op afgerekend omdat leerlingen in niveau dalen.

Werkgevers, de VO-raad en de Stichting Platforms vmbo gaan zich er daarom samen voor inspannen dat de keuze voor een beroepsgerichte leerweg geen negatieve beoordeling door de inspectie tot gevolg heeft. Ze hebben hier in het actieplan afspraken over gemaakt.

Om het vmbo aantrekkelijker te maken en meer aandacht en waardering te krijgen voor praktische kennis en vaardigheden, pleiten de werkgevers er daarnaast voor om:

een praktische component toe te voegen aan de Citotoets in het basisonderwijs
beroepsgerichte elementen toe te voegen aan de vmbo-TL en het havo
de samenwerking tussen scholen en bedrijfsleven te intensiveren
De VO-raad onderkent het belang van intensieve samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven en roept de ondernemers op hun bedrijven open te stellen voor stages en bedrijfsbezoeken voor docenten en leerlingen. Daarnaast ziet de VO-raad de ingrijpende herziening van de beroepsgerichte vmbo-programma’s die nu plaatsvindt als een belangrijke stap om het vmbo moderner en aantrekkelijker te maken.

EXPERIMENTEN DOORLOPENDE LEERLIJN VMBO-MBO
In het actieplan waarschuwen de werkgevers voor een overdaad aan experimenten met de doorlopende leerlijn vmbo-mbo. Het onderwijs en bedrijfsleven moeten samen bekijken welke experimenteervorm het meest effectief is.

Ook de VO-raad heeft al eerder zijn zorgen geuit over de experimenten doorlopende leerlijnen van het ministerie en ervoor gepleit om vooral te kijken wat de regionale partners nodig hebben om tot goede samenwerking te komen.