UTRECHT - De eisen voor de instroom van vmbo-leerlingen naar het havo kan nogal verschillen per school, omdat veel scholen voor voortgezet onderwijs nog niet voldoen aan de landelijke afspraken die voor de toelating gelden. Dat meldt de Algemene Onderwijsbond (AOb).
Sinds het begin van het huidige schooljaar in augustus zijn deze landelijke afspraken van kracht gegaan. De VO-raad en de Inspectie van het Onderwijs hebben vorig schooljaar nog de toelatingseisen gecontroleerd die op de verschillende scholen worden gehanteerd. Daaruit bleek dat een meerderheid van deze scholen nog niet aan de nieuwe toelatingsnorm voldeed.
Terwijl het grootste deel van de scholen die niet aan de nieuwe norm voldeed beterschap beloofde, is circa 20 procent niet bereid het toelatingsbeleid aan te passen. Mede daardoor blijft er voorlopig nog sprake van verschillende eisen, wat bij veel bij leerlingen, ouders en vmbo-scholen tot frustraties leidt. Tegenover vmbo-leerlingen afkomstig uit de eigen scholengemeenschap zijn de scholen over het algemeen overigens soepeler dan tegenover leerlingen van andere scholen.
Staatssecretaris Sander Dekker (VVD) vindt de eerste uitkomsten over de nieuwe landelijke norm desondanks positief. "Het laat echter ook zien dat er nog een weg te gaan is, voordat de toelatingscode bij alle scholen gemeengoed is", aldus de bewindsman in een brief aan de Tweede Kamer.
© Nationale Onderwijsgids / Ype van Woersem
