Normal_lezen_studeren_student_bieb_bibliotheek_werk_huiswerk

DEN HAAG (Novum) - De stijging van het percentage werkende vrouwen is door de crisis gestopt. Van 2008 naar 2009 steeg de arbeidsdeelname nog met een procent, maar sindsdien is die blijven hangen op 64 procent. Bij mannen liep de arbeidsdeelname door de crisis terug van 82 procent in 2008 naar tachtig procent vorig jaar. Dat blijkt uit de Emancipatiemonitor 2012 van het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Van de vrouwen is 5,3 procent werkloos terwijl dat onder mannen 4,9 procent is. Het verschil is de afgelopen tien jaar niet eerder zo klein geweest. Door de crisis is de werkloosheid onder mannen harder gestegen dan onder vrouwen. Onder jonge vrouwen (15-26 jaar) is de werkloosheid zelfs al lager dan onder mannen, namelijk 7,1 procent tegenover 8,2 procent.

Het aandeel vrouwen met een topfunctie in een van de honderd grootste bedrijven van Nederland steeg van negen procent in 2009 naar tien procent in 2011. Het aandeel vrouwelijke hoogleraren steeg van twaalf naar vijftien procent.

In het onderwijs worden de verschillen in richtingkeuze tussen jongens en meisjes sneller kleiner. In 2005 koos nog maar tien procent van de meisjes op de havo voor het profiel Natuur en Techniek. Na wijzigingen in de regels is dat dit schooljaar 24 procent. Bij het vwo steeg het percentage van negentien naar 38 procent.

In de beloningsverschillen is sinds 2008 nauwelijks wat veranderd. Vrouwen verdienen gemiddeld tachtig procent van het bruto-uurloon van mannen. Dat komt onder meer door verschillen in werkervaring en opleiding, maar als daar rekening mee wordt gehouden blijft het verschil volgens de monitor acht procent.