Normal_logo_schreeuwen

Vandaag vindt de opening van het academisch jaar plaats. De centrale studentenraad van de Universiteit van Amsterdam heeft een gedicht geschreven dat gaat over de bezetting van het Maagdenhuis en wilde dat voordragen. Het College van Bestuur heeft dit geweigerd. Het taalgebruik van het gedicht is te grof, aldus een woordvoerder. Dit meldt de Volkskrant. 

De studentenraad laat weten dat zij in het gedicht terug wilde blikken op de gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Dat zij het gedicht niet voor mochten dragen, zou volgens de raad liggen aan het feit dat het college reputatieschade voor de UvA vreest. Dit meldt de raad in een persbericht. “Ik ben geschokt over het feit dat ons de vrijheid wordt ontnomen een prikkelend gedicht over de Maagdenhuisbezetting te laten voordragen, terwijl het juist belangrijk is dat we hier open over kunnen blijven praten”, zo schrijft raadslid Els Aarts. 
 
Volgens een woordvoerder van de UvA was het taalgebruik echter het probleem, niet de inhoud. Het gedicht gaat onder meer bij de naam 'Mijn stad is een hoer'. “We hadden gevraagd het taalgebruik her en der te kuisen omdat we het niet passend vinden voor de gelegenheid,” vertelt woordvoerder Yasha Lange. “Dat weigerde de studentenraad en dus hebben we ze gevraagd zich terug te trekken.”
 
© Nationale Onderwijsgids