Van Rijn kondigde dinsdag aan dat hij de bestaande afspraken rond het signaleren van kindermishandeling wil aanscherpen. Sinds 2013 bestaat de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld, een vijfstappenplan waarin staat wat leraren, huisartsen en medewerkers van jeugdzorginstellingen moeten doen als ze kindermisbruik of kindermishandeling niet kunnen uitsluiten.

De bewindsman neemt die stap op advies van voormalig jeugdzorgbestuurder Jan-Dirk Sprokkereef die de afgelopen tijd bekeek hoe de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling kan worden verbeterd. De huidige aanpak werkt volgens Van Rijn goed, maar het kan altijd beter. Hij roept professionals die zelf hulp willen blijven bieden op om toch ook veilig Thuis in te schakelen “en afspraken te maken voor de ernstige situaties waarin onze huidige meldcode nu niet optimaal werkt''. De beroepskrachten gaan onderling afspraken maken over in welke situaties ze gaan melden.

Stichting Veilig Thuis is het nieuwe meldpunt voor huiselijk geweld dat volgens de staatssecretaris beter kan nagaan of iemand ook eerder al slachtoffer was van mishandeling. De stichting kan ook meedenken over de beste vorm van hulpverlening. De staatssecretaris benadrukt dat Veilig Thuis de hulpverlening niet overneemt. “Huisartsen, leraren, jeugdhulpverleners en andere professionals kunnen in elke situatie het best inschatten of er sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld. Maar we moeten nu met elkaar regelen dat we dit bij ernstige mishandeling altijd delen met Veilig Thuis. Dit is een noodzakelijke stap om veel vaker de cirkel van geweld te kunnen doorbreken,” aldus Van Rijn.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids